Marleen Tensen studeerde sociologie aan de Universiteit Utrecht en schreef haar scriptie over het grote bi+ onderzoek. Over wat haar daarbij opviel schreef ze een blog.
In 2021 heb ik mij voor het schrijven van mijn scriptie verdiept in het eerste landelijke grootschalige bi+ onderzoek. Met een open blik heb ik geprobeerd om een beeld te vormen van de verschillende manieren waarop bi+ jongeren (16-24 jaar oud) anno 2021 te maken hebben met negatieve ervaringen, stigma en vooroordelen, puur en alleen vanwege hun seksuele oriëntatie. Dit deed ik door open antwoorden te analyseren in een vragenlijst en ik wil jullie graag mijn eigen bevindingen delen.
Door Marleen Tensen
“Ben je nou homo of hetero?” – en andere bi+ vooroordelen (die ik graag zie verdwijnen…)
Het is mij opgevallen dat er enorm veel verschillende soorten van stigma’s en vooroordelen zijn naar bi+ mensen. Zo voelen mensen met een bi+ oriëntatie zich lang niet altijd veilig in hun omgeving, krijgen zij te maken met uitsluiting of worden ze uitgescholden. Vaak wordt de seksuele oriëntatie van bi+ mensen niet serieus genomen, en worden zij ervan beschuldigd dat ze alleen maar zeggen bi+ te zijn voor de aandacht of omdat het een trend is. Helaas zijn scholen ook niet altijd een veilige omgeving. Leerlingen krijgen niet alleen maar van klasgenoten negatieve dingen te horen over hun seksuele oriëntatie, ook sommige leraren spreken naar hun klas uit dat een bi+ oriëntatie of biseksualiteit niet bestaat. Vrouwen krijgen veel te maken met seksualisering omwille van hun oriëntatie. Van hen wordt verwacht dat ze ooit wel eens aan een trio hebben meegedaan, of ze worden ongewenst benaderd om hieraan deel te nemen. Mannen die aangeven bi+ te zijn worden vaak niet geloofd; van hen wordt bijvoorbeeld gedacht dat zij eigenlijk homoseksueel zijn, maar dit nog niet willen toegeven en dat zij gebruik willen maken van de voordelen die een leven als hetero met zich mee kan brengen. De antwoorden van non-binaire en genderfluïde mensen waren vergelijkbaar met die van vrouwen en mannen. Wel ervaren ze bovenop de bi+ stigma’s extra stigmatisering over het feit dat zij zich niet als vrouw óf man identificeren.
… niet zomaar uit de lucht…
De titel van mijn scriptie is “Ben je nou homo of hetero?” en die naam is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Er heerst veel onbegrip over bi+. Want hoe kunnen mensen nou écht op meer dan één gender vallen? Als je als man een relatie met een man hebt ben je toch homo? En als je dan daarna een relatie met een vrouw hebt, ben je dan niet toch hetero? Vaak wordt vergeten dat er meer dan twee opties zijn binnen het spectrum van seksualiteit. Of betekent bi+ dan dat je met een man én een vrouw tegelijkertijd een relatie moet hebben? Nee, natuurlijk.
Duidelijk is geworden dat bi+ mensen te maken hebben met stigmatisering vanuit meerdere kanten. Deze stigmatisering komt voort vanuit een heteroseksuele norm, waarbij mensen er standaard vanuit gaan dat mensen hetero zullen zijn. Hier kunnen alle mensen binnen de LHBTIQA+ paraplu mee te maken krijgen. Voor bi+ mensen komt hier nog stigmatisering bovenop vanuit de monoseksuele norm, wat inhoudt dat men ervan uit gaat dat mensen maar op mensen van één gender kunnen vallen.
‘Doordat ik zo open in gesprek heb kunnen gaan met mijn omgeving en doordat ik hier niet alleen vanuit mijn eigen ervaringen, maar ook met vanuit mijn onderzoek over kon vertellen, heeft mijn directe omgeving veel kunnen leren.’
Naast de uitkomsten van mijn scriptie zijn mij in mijn eigen omgeving ook dingen opgevallen. Bij mijzelf merkte ik dat ik met veel van de heersende vooroordelen al bekend was en dit haast heb weggecijferd als ‘niet zo erg’ of ‘het hoort er nou eenmaal bij’ of ‘sommige mensen begrijpen het gewoon niet’. Ik dacht, vanuit mijn eigen ervaringen, dat veel van de in mijn onderzoek terugkerende stigma’s en vooroordelen wel algemeen bekend waren. Tijdens mijn scriptie heb ik het veel meer dan normaal met mijn familie, vrienden en kennissen gehad over bi+ en wat dit allemaal in kan houden. Daardoor merkte ik pas hoe weinig mensen weten over biseksualiteit en vaak nog minder over andere bi+ oriëntaties. Mijn omgeving was hoofdzakelijk geïnteresseerd in wat het dan inhield en schrok zelf vaak van sommige van mijn eigen ervaringen met vooroordelen. Tegelijkertijd werden sommige mensen in mijn omgeving soms ook geconfronteerd met hun eigen (vaak onbewuste) vooroordelen. Doordat ik zo open in gesprek heb kunnen gaan met mijn omgeving en doordat ik hier niet alleen vanuit mijn eigen ervaringen, maar ook met vanuit mijn onderzoek over kon vertellen, heeft mijn directe omgeving veel kunnen leren. En dat vind ik nou al een heel positief direct resultaat dat voortkomt uit het uitvoeren van mijn onderzoek. Hopelijk kan door gespreksvoering, voorlichting en bekendwording met bi+ in de maatschappij steeds meer acceptatie komen voor iedereen, ongeacht de seksuele oriëntatie.