bi+ en werk: portretverhaal Joris

Joris (foto: Debbie Helaha Create & Connect)

Man, vijftiger, juridisch-administratieve sector, eigen bedrijf 

‘Kantelpunt van openheid’

Uit de kast als homo

Op mijn achttiende ben ik uit de kast gekomen als homo. Ik dacht dat ik homo was omdat ik mannen aantrekkelijk vond en ik heb toen enkele relaties met mannen gehad. Maar ik heb me in de homoscene nooit thuis gevoeld. Tot mijn verrassing werd ik op mijn 23ste verliefd op een vrouw met wie ik ben getrouwd en twee kinderen heb gekregen. Twaalf jaar geleden is zij overleden. In mijn relaties met vrouwen ben ik altijd open geweest over het feit dat ik me ook aangetrokken voel tot mannen. Dat is in mijn relaties en gezin gelukkig nooit een geheim geweest. Daarbuiten vond ik wel lastig om open te zijn. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik dan niet vertrouwd zou worden in de heterorelatie die ik op dat moment had. En ook nu nog. Ik ben toch bang dat mijn huwelijk met mijn vrouw, wat een heel fijn huwelijk was, dan niet meer serieus wordt genomen. Of dat de relatie met mijn laatste vriendin, die net is beëindigd, dan niet meer als echt wordt gezien. Rationeel denk ik ‘lekker belangrijk’, maar dat gevoel heb ik er wel bij wanneer ik open zou zijn.

Oordelen over biseksualiteit

Ik sta nu wel op een kantelpunt in mijn leven waarin ik eigenlijk gewoon heel open wil zijn over mijn seksualiteit. Mijn laatste vriendin was één van de grootste liefdes in mijn leven. Ik ben haar enorm dankbaar. Zij heeft mij gestimuleerd om ongeremd te leven in wie ik ben, geen gevoelens meer te onderdrukken en open te zijn over wie ik seksueel ben. Inmiddels vertel ik mensen in mijn omgeving regelmatig dat ik biseksueel ben. Ik krijg daar eigenlijk nooit negatieve reacties op en toch vind ik het nu nóg lastig om op mijn werk open te zijn. Ik vind het moeilijk om een moment daarvoor te kiezen. Het voelt raar om het werkoverleg te openen met ‘de mededeling’ en op dit moment heb ik ook niet een relatie met een man. In hoeverre is het dan nu relevant? Aan de andere kant realiseer ik me dat dit redenen zijn die aan de oppervlakte goede argumenten zijn, maar als ik echt dieper naar mezelf kijk zie ik dat er toch ook nog een angst zit voor de oordelen van andere mensen.

‘Uit de kast komen als biseksueel vind ik veel lastiger dan uit de kast komen als homoseksueel.’

Eigenlijk vond ik het niet zo lastig om als homo uit de kast te komen in mijn puberteit. Ik heb toen ook helemaal niet een moeilijke uit-de-kast-kom-periode gehad. Uit de kast komen als biseksueel vind ik veel lastiger dan toen ik uit de kast kwam als homo. Dit komt omdat ik toch veel sterke vooroordelen over biseksualiteit voel en die misschien ook zelf wel heb. Ondanks dat ik geen negatieve reacties heb gehad van mensen bij wie ik open ben, zitten die oordelen en die binaire indeling van onze samenleving zo diep dat het moeilijk is om dat los te laten. Er blijft een stem in mijn hoofd die vraagt ‘ben ik nou homo of hetero?’, terwijl ik echt wel weet dat ik beide niet ben. Biseksualiteit is de enige identiteit die klopt.

Geen geheim

Op mijn werk zijn van de 15 medewerkers twee personen die open zijn op kantoor, één lesbisch en één homo. Daar wordt openlijk over gesproken en ik ervaar daarin nooit enig probleem. Ik ben dan ook niet zozeer bang voor reacties van mijn collega’s. Op basis van hoe er wordt gereageerd op die andere twee collega’s, heb ik er eigenlijk alle vertrouwen in dat het totaal geen issue is. Ik vind het ook wel fijn als het geen geheim meer is, want ik ben het in mijn leven wel een beetje zat dat ik dit geheim heb. Ik wil al die stigma’s gewoon loslaten.

‘Ik ben in mijn leven het wel een beetje zat dat ik dit geheim heb.’

(On)afhankelijke positie

Het moment gaat dus komen dat ik ook op mijn werk open ben. Ik heb wat dat betreft een luxe situatie, want ik ben de eigenaar van dat kantoor. Iedereen kan het dus belachelijk vinden, maar het is mijn kantoor dus ik zit niet in een positie waarin ik afhankelijk ben van wat mijn collega’s of leidinggevenden ervan vinden. Daarom zit ik nu wel echt op een kantelpunt waarin ik er open over wil zijn en dat iedereen ook vragen mag stellen die die wil stellen. Ik vind het fijn als mensen vragen aan mij stellen. Dat ze vragen ‘hoe werkt dat nou voor jou?’ om mij echt te begrijpen in plaats van dat ze zelf een beeld of een oordeel erbij gaan vormen dat niet wordt uitgesproken.

De reden waarom ik in dit artikel toch onherkenbaar wil zijn, is niet omdat ik me nog langer schaam, maar eigenlijk vanwege de klanten van mijn bedrijf. Ik voel in de samenleving nog veel weerstand voor andere seksuele voorkeuren en levenswijzen en ik wil niet dat mijn bedrijf er zakelijk schade door lijdt.

Sterk genoeg

‘Als ik tegen mensen zeg ‘ik ben biseksueel’ dan gaat dat de wereld niet veranderen. Maar ik kan zo wel een kleine bijdrage leveren.’

Als werkgever, maar ook in mijn privéleven denk ik dat ik een bijdrage kan leveren aan inclusie door zelf open over te zijn over mijn biseksualiteit. Laat het iedereen maar zien, want ik vind dat er zo weinig zichtbaarheid is. Een groot deel van de bi+ mannen heeft het nog nooit aan iemand verteld, zelfs hun partner niet of hun broer, zus of ouders. Dan denk ik bij mezelf: ‘Waar zijn we mee bezig? Wat een gevangenis’. Dat kan alleen veranderen als er ambassadeurs zijn. Mannen die zich sterk genoeg voelen om er open over te zijn. Ik voel inmiddels sterk genoeg om die ambassadeur te zijn. Dat is natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat. Als ik tegen mensen zeg ‘ik ben biseksueel’ dan gaat dat de wereld niet veranderen. Maar ik kan zo wel een kleine bijdrage leveren. Ik voel me daar nu krachtig en zelfverzekerd genoeg voor en ben zo ontzettend klaar met dat geheim.