door redactie | 30 oktober 2022 | community, internationaal, onderzoek
Lika Brinkman zet zich als vrijwilliger bij Bi+ Nederland in voor onderzoek gerelateerde taken. Terwijl velen van ons aanwezig waren bij de Bi+ Dag, bezocht Lika de International Bisexuality Research Conference.
Zaterdag 24 september vond de International Bisexuality Research Conference plaats, de jaarlijks terugkerende online conferentie georganiseerd door de Bisexual Research Group. Tijdens de conferentie kwamen onderzoekers over heel de wereld hun onderzoek rondom bi+ presenteren. Daarnaast kregen ook bi+ activisten de ruimte om ervaringen en verhalen te delen.
Door Lika Brinkman
Niet slechts óver bi+ mensen, maar vooral mét en dóór bi+ mensen.
De conferentie had een goed gevuld programma, van 9.30 uur ’s morgens tot 22.00 uur ’s avonds, met meer dan 60 sprekers. Verspreid over de hele dag waren er meer dan 500 bezoekers uit vijf verschillende continenten aanwezig. De combinatie van presentaties over onderzoek met daarin een focus op theorie en data, en het horen van verhalen over geleefde ervaringen van bi+ mensen maakte dat dit een conferentie was waar onderzoek en praktijk bij elkaar kwamen. Er werd niet slechts gesproken óver bi+ mensen, maar vooral ook mét en dóór bi+ mensen.
Een mooie weerspiegeling
De conferentie bestond uit zes rondes aan panels, afgewisseld met 5 rondes voor keynote sprekers. De onderwerpen van de panels en keynotes waren zeer divers. Zo ging het over representatie in de media, geschiedenis, zichtbaarheid, gemeenschap, mentale gezondheid, politiek en activisme, relaties en monogamie, mannelijkheid, en onderzoekspraktijken. Wat mij opviel in het taalgebruik, is dat veelal de term ‘bi+’ werd gebruikt. In de presentaties werd ook veel gesproken over verschillende seksuele identiteiten binnen de koepelterm ‘bi+’, zoals biseksualiteit, queer en panseksualiteit. Verder was het mooi om te zien dat in veel presentaties aandacht werd besteed aan kruisende identiteiten (intersectionalities) en onderbelichte groepen binnen de bi+ gemeenschap, zoals bi+ mensen van kleur, bi+ mensen die religieus zijn, en bi+ mannen. Tot slot was er een interessante scheiding te zien tussen onderzoekers die meer een focus hadden op het definiëren van biseksualiteit, en onderzoekers die argumenteerden tegen dit hokjes denken. De diversiteit aan sprekers, thema’s en perspectieven zorgden ervoor dat het geen eenzijdige conferentie was, wat ook een mooie weerspiegeling is van de bi+ gemeenschap als diverse gemeenschap.
Ik neem jullie graag mee in een aantal uitspraken die mij zijn bijgebleven van enkele presentaties die ik heb bijgewoond. Om te beginnen bij de eerste keynote spreker, Hafsa Quereshi (bi+ activist bij Stonewal, VK) die diens ervaring en verhaal met ons deelde. Een van hun uitspraken die mij is bijgebleven is dat “niemand hoeft te hebben geleden of te lijden om te mogen zijn wie ze zijn, en om zich hiervoor uit te spreken”. Deze uitspraak is bij mij blijven hangen omdat het een belangrijke herinnering is dat iedereen unieke ervaringen heeft, en dan elke ervaring even belangrijk is. Hoe ‘moeilijk’ of ‘makkelijk’ iemand het heeft (gehad) , hoeft hierin geen rol te spelen.
‘Niemand hoeft te hebben geleden of te lijden om te mogen zijn wie ze zijn, en om zich hiervoor uit te spreken’
Hierna heb ik de presentatie van Dr. Zori Paul (onderzoeker Marquette University, VS) bijgewoond, die vertelde over haar onderzoek naar bi+ vrouwen van kleur en micro-bevestigingen (micro-affirmations). Deze micro-bevestigingen zijn kleine uitspraken en gebaren waarmee iemands identiteit bevestigd wordt, die opeengestapeld een groot positief effect kunnen hebben op de ontvanger ervan. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld bij het vragen naar iemands relatiestatus, te vragen of die persoon een partner heeft, in plaats van een vriendin of vriend. Uit Zori haar onderzoek bleek dat de internalisering van bi-negativiteit kan verminderen als mensen onderdeel zijn van een gemeenschap waarin bewust en expliciet rekening gehouden wordt met de inclusie en erkenning van bi+ seksualiteiten.
De dag sloot ik af met de presentatie van keynote spreker Dr. Rosie Nelson (onderzoeker University of Bristol, VK), over ‘bi-privilege in passing’. Er wordt vaak aangenomen dat bi+ mensen het ‘privilege’ hebben om door te kunnen gaan als heteroseksueel (passing), waardoor zij de discriminatie en stigmatisering kunnen vermijden waar homoseksuele mensen mee te maken hebben. Rosie betoogde dat dit op geen enkele manier een privilege is. Het laat juist zien hoe machtsstructuren zoals de heteroseksuele norm en de monoseksuele norm ervoor zorgen dat de legitimiteit van bi+ seksualiteiten niet wordt erkend. Rosie eindigde met de boodschap dat deze machtsstructuren het echte probleem zijn, en dat die doorbroken moeten worden: “vecht naar boven, niet naar benden”.
Dit was slechts een greep van de verschillende onderwerpen die aan bod zijn gekomen tijdens de conferentie. Voor diegenen die graag meer willen weten over de panels en de sprekers heb ik goed nieuws. Alle opgenomen panels en keynotes zijn terug te kijken via het YouTube kanaal van The Bisexual Research Group. Houd hun website in de gaten voor updates. Op de website is ook meer informatie te vinden over het programma en de sprekers.
door redactie | 27 april 2021 | beleid, internationaal, onderzoek
The first results of the Dutch Bi+ Research are in. Last year Bi+ Netherlands commissioned a collaboration of 10 prominent Dutch researchers in the field of LGBT+ topics to investigate how people in the Netherlands with bi+ feelings and experiences are doing. Never before has there been such a large nationwide study of bi+ people. About 3.000 bi+ people between 16 and 55 years old filled out a questionnaire and this gives a unique picture. Later this year the results of the in-depth interviews will be released.
Read the English summary and conclusion of the study here
Read the full report here (in Dutch)
By Jantine van Lisdonk and Gerrit Jan Wielinga. Original: ‘Mensen met bi+ gevoelens en ervaringen zeggen: neem onze seksuele oriëntatie serieus!‘
A very diverse group of people
What is striking in the survey report is the enormous diversity of the bi+ participants. They identify themselves as bi, pan, queer, bi, pan and queer, different, or not at all. They are women, men, non-binary or gender fluid people. They fall (in all kinds of variations) on two or more, or all genders, both romantic and sexual. These people all have their own relationship experiences, but a large group does not. What they all definitely are not is monosexual. You are monosexual if you are attracted to one sex or gender.
In short, people with bi+ feelings and experiences are not easily pigeonholed. Although a remarkably large number of young women completed the questionnaire, the researchers also succeeded in reaching enough older women, men and non-binary people to answer questions about their experiences in their personal lives. This created a fairly balanced picture of what it is like to be bi+ in the Netherlands. The researchers were especially curious about the ways in which people with bi+ feelings and experiences have to deal with the monosexual norm. This is the social norm that everyone falls for one sex or gender.
The monosexual norm
Of course, it is no surprise that almost everyone who is attracted to more than one sex or gender has to deal with the monosexual norm. People are often automatically seen as straight, gay or lesbian. But even if you are open about your bi+ orientation, it is common for people with bi+ feelings and experiences to face misunderstanding or faint praise. Half of those surveyed experienced unpleasant jokes being made last year. Also, half of the respondents had inappropriate questions thrown at them and also 50% experienced straight people not taking their sexual orientation seriously. 30% of the respondents experienced not being taken seriously in who they are in contact with gay men and lesbian women. Bi+ people also faced all kinds of prejudice.
While this sounds like simple everyday inconvenience, it does affect people with bi+ feelings and experiences. This research shows that all types of experiences with the monosexual norm are linked to impaired mental health. This is an important and far-reaching conclusion from the study.
Acceptance
Lack of recognition and visibility of bi+ orientations is still common. For example, 58% of respondents are being told by other people their sexual orientation does not exist, 70% would like their sexual orientation to be more visible, and 83% would like their sexual orientation to be taken more seriously. This has implications for how people deal with their bi+ orientation. For example, almost half of the respondents do not find it easy to talk about their own bi+ orientation. Men often find this much more difficult than women and non-binary people, but they are more likely to be believed when they tell about these feelings and experiences.
Men also seem to have more difficulty than women and non-binary people in accepting themselves as bi+. The same holds true for people who are attracted primarily to the opposite sex, i.e. easily go through life as ‘straight’. This suggests that in addition to the monosexual norm for people with bi+ feelings and experiences, the heterosexual norm may also play a significant role in the ideas one has about oneself.
Fortunately, there is also good news. If people with bi+ feelings and experiences feel supported in their sexual orientation by friends, family or partners, this research shows that these people feel more comfortable in their own skin. This does not change the fact that 1 out of 5 people with bi+ feelings and experiences in a steady relationship do not get support from their partner.
Conclusion
Bi+ Netherlands concludes that reducing the monosexual norm and a more inclusive view of sexual diversity are sorely needed. About 1 million people in the Netherlands have bi+ feelings or experiences. Recognition and visibility of this group is lacking in many ways. Think of better legal protection (e.g. in the Constitution, General Equal Treatment Act and Criminal Law), bi+ more inclusive education, sex education, emancipation & health policy and research. More overt role models and media attention are also important. Bi+ Netherlands wants everyone to be able to be themselves and no longer feel the pressure to conform to the 2 boxes of straight and gay/lesbian.
Read the English summary and conclusion of the study here
About the Dutch Bi+ Research
Commissioned by Bi+ Netherlands, 10 prominent researchers in the field of LGBT+ subjects are jointly investigating the lives of Dutch people with bi+ feelings and experiences. The research consists of a quantitative and a qualitative part. Here you can find the results of the quantitative research. The results of the qualitative research will be presented later this year.
The Bi+ Research Consortium consists of:
Dr. Laura Baams – University of Groningen
Dr. Hanneke de Graaf – Rutgers
Dr. Diana van Bergen – University of Groningen
Dr. Marianne Cense – Rutgers
Dr. Emiel Maliepaard
Prof. Dr. Henny Bos – University of Amsterdam
Prof. Dr. John de Wit – University of Utrecht
Prof. Dr. Kai Jonas – Maastricht University
Dr. Chantal den Daas – University of Aberdeen
Fayaaz Joemmanbaks, M.Sc. – Rutgers
Translated with DeepL from the original piece ‘Mensen met bi+ gevoelens en ervaringen zeggen: neem onze seksuele oriëntatie serieus!‘
door GJ | 6 maart 2021 | actie, beleid, community, empowerment, internationaal, ontmoeten, politiek, vrouw
In Nederland wordt op veel verschillende manieren en door een grote verscheidenheid aan vrouwengroepen en -organisaties 8 maart gevierd. De dag staat dit jaar in het teken van ‘invoed met impact’. Vind je vrouwenrechten belangrijk (en wie vindt dat niet?) dan kun je de komende dagen ondermeer op de volgende plekken terecht om mee te praten, te luisteren en te demonstreren.
Woman Link organiseert op zondag 7 maart een online festival met workshops tussen 13:00 en 17:00. Geef je hier op.
Op 7 maart organiseert Women’s March Nederland haar vijfde demonstratie in het Nelson Mandelapark te Amsterdam. Dit jaar niet in de vorm van een stoet, maar statisch, met maximaal 500 deelnemers op het veld. Het aanmeldformulier is inmiddels gesloten. Heb je je niet aangemeld? Kom dan aub NIET naar het Nelson Mandelapark, maar laat je stem vanuit huis horen.
8 maart Amsterdam organiseert een landelijke manifestatie op maandag 8 maart op het Museumplein vanaf 3 uur, en op dit moment is het nog onzeker is of de manifestatie gevolgd wordt door een demonstratie. Hou de berichtgeving hierover op hun website in de gaten.
Op dinsdag 9 maart organiseren FemCity en NL Kiest het verkiezingsdebat gelijkwaardig Nederland in de aanloop naar de verkiezingen op 17 maart. 9 vrouwelijke politici gaan met elkaar in debat over het agenderen van gendergelijkheid en wat er nog valt te behalen in wet- en regelgeving. Wil je hier online bij aanwezig zijn moet je even reserveren op de site. Het debat begint al vroeg, om 18:30
Ook op 9 maart organiseert de Vrouwenraad vanaf 16:00 uur een panelgesprek met topvrouwen over quota voor gelijke representatie in de bestuurskamers.
Op 8 maart organiseert de Universiteit Utrecht de hele dag een online symposium over hokjesdenken, stereotypen en gendervooroordelen met als titel ‘Unboxing gender’
Ook op 8 maart organiseren de vakbonden FNV en CNV afhankelijk van elkaar een programma. De FNV start de dag om 13:00 uur met workshops en een politiek debat. Aanmelden hier En het CNV organiseert vanaf 19:00 uur een webinar over vrouwelijk leiderschap. Aanmelden hier
Wil je kijken wat er bij jou in de regio wordt georganiseerd dan vind je het volledige programma in Nederland op de site van internationale-vrouwendag.nl
Het Kennisinstituut Emancipatie en Vrouwengeschiedenis Atria heeft ook een agenda voor 8 maart op hun site, net als de versneller van de vrouwenemancipatie WOMEN INC
Ben je benieuwd naar de vrouwenemancipatie in Vlaanderen, dan kun je op zondag 7 maart online meekijken naar een congres van Women in Film, Television and Media Belgium Het programma begint om 15:00 uur met een toespraak van de Vlaamse premier Alexander de Croo
Woon je in België en wil je meedoen aan de oproep om te gaan staken op 8 maart, dan vind je alle informatie die je nodig hebt bij Collecti.e.f 8 maars
door Jantine | 5 januari 2021 | beleid, community, empowerment, internationaal, media, onderzoek
Dr. Emiel Maliepaard is bekend als de eerste Nederlandse onderzoeker die promoveerde op het thema biseksualiteit. Ook was hij mede-organisator van European Bisexuality Conference 2016. Momenteel werkt hij als onderzoeker bij Atria, kennisinstituut voor emancipatie. Zijn nieuwste wapenfeit is het boek Bisexuality in Europe (online gratis beschikbaar) dat hij als redacteur uitbracht bij het gerenommeerde Routledge. Dit boek geeft een podium aan bi+ onderzoekers in Europa en laat de diversiteit aan bi+ onderzoek zien. Jantine van Lisdonk interviewde hem naar aanleiding van dit boek.
Dit eerste deel gaat over de totstandkoming van dit boek, eye-openers voor hemzelf en zijn visie over hoe het gaat met bi+ onderzoek en waar het naartoe moet. In het tweede deel, geeft hij zijn blik over internationale koplopers in bi+ onderzoek, emancipatie en organisatievorming en hij positioneert Nederland.
Hoe kwam het dat je je als onderzoeker op biseksualiteit bent gaan richten?
Ik deed tijdens mijn studie sociale geografie onderzoek naar het nachtleven van gay mannen in Brighton, Engeland. In de universiteitsbibliotheek kwam ik toen het boek Bisexual spaces van Clare Hemmings tegen. Dat boek opende mijn ogen. Er was binnen de de sociale geografie nog heel weinig over biseksualiteit bekend en dat was een reden om daar in te duiken. Ik zag hierin een academische uitdaging en wilde biseksuele mensen meer in the picture zetten. Mijn proefschrift ging daarom over biseksualiteit. Ook daarna bleef ik me erop richten. Ik vind het belangrijk om biseksualiteit meer zichtbaar te maken. Ook wil ik vanuit een perspectief van biseksualiteit een bijdrage leveren aan bredere debatten in de sociologie, psychologie en andere disciplines. Verder zoek ik de verbinding met sociale theorieën, zoals practice theorie en assemblage theorie, die ook in het boek Bisexuality in Europe aan bod komen.
Hoe kwam je met het idee voor dit boek Bisexuality in Europe?
Na de European Bisexual Research Conference (EuroBiReCon) die in 2016 in Amsterdam plaatsvond, had ik het idee voor een Europees boek. Op de onderzoeksdag van de conferentie waren veel Europese onderzoekers aanwezig en ik wilde hier een vervolg aangeven. Een boek is er toen niet gekomen, maar we maakten wel een special issue in het Journal of Bisexuality. Biseksualiteit is sindsdien meer in de aandacht gekomen en de tijd is nu meer rijp voor een boek. Samen met Renate Baumgartner, die dezelfde drive had als ik, hebben we dit boek van de grond gekregen.
Was het makkelijk om auteurs te vinden?
Ja, auteurs konden we heel makkelijk vinden. Er zijn inmiddels best veel onderzoekers bezig met biseksualiteit en Renate en ikzelf hebben een behoorlijk netwerk opgebouwd. In Europa zijn dat vooral jonge onderzoekers die kwalitatief onderzoek doen, vaak als enige binnen hun discipline of vakgroep. Het boek bestaat uit hoofdstukken waarin elke auteur schrijft over het eigen onderzoek. Dit geeft een up to date beeld van wat er allemaal voor bi+ onderzoek is in Europa. De auteurs zijn een combinatie van senior en jonge wetenschappers en promovendi.
En uitgevers, stonden die open voor het thema biseksualiteit?
Ja, dit is het allereerste boek over biseksualiteit in Europa. Voor de uitgever Routledge was het juist aantrekkelijk dat het om een ‘nieuw’ onderwerp gaat. In Amerika, Engeland en Australië waren er al boeken verschenen, maar nog nooit in continentaal Europa. Dit jaar publiceerde Nikki Hayfield al het boek Bisexuality and Pansexuality dat zeker voor studenten interessant is. Ons boek is meer voor studenten, wetenschappers en lezers die al basiskennis over biseksualiteit hebben.
Wat zijn de kernthema’s in jullie boek?
De onderzoekers mochten over alle thema’s schrijven en we gaven ze vooraf geen lijst met thema’s mee. Uiteindelijk gaan veel hoofdstukken over de kernthema’s relaties en identiteit. Het derde kernthema is burgerschap en dat richt zich op de verhouding tussen burger en staat of samenleving.
Wat waren voor jou interessante eye-openers in het boek?
Ik vond het hoofdstuk van Zeynab Peyghambarzadeh over biseksuele asielverhalen bijzonder interessant. Ze doet onderzoek vanuit een minder Europese visie. Daardoor kan ze goed onder woorden brengen hoe in Europa wordt gekeken naar LHBT en hoe daarin hokjesdenken vanzelfsprekend is, terwijl dit in andere culturen veel minder aanwezig is. Dan kan het lastig zijn om een goed asielverhaal vorm te geven dat voor mensen van hier te begrijpen is. Het hoofdstuk van Nikki Hayfield over de bi-dar en de pan-dar (red: als variatie op de gay-dar, dat je als een ‘radar’ mensen kunt herkennen die gay zijn) vond ik leuk. Het blijkt uit experimenten dat mensen gay mannen makkelijker herkennen dan bi en pan mensen. Verder is Annukka Lahti heel vernieuwend door te kijken naar relaties als ‘assemblages’ (netwerken), waarbij ze zich theoretisch baseert op het werk van Deleuze en Guattari. Bi+ is niet iets wat je hebt of bent, maar een becoming dat zich blijft ontwikkelen in assemblages. Zo kan elke relatie, als assemblage, voor jou en ook voor anderen net iets anders zijn.
In het slothoofdstuk zeggen Renate Baumgartner en jij dat toekomstig onderzoek verder zou moeten gaan dan ‘reparative studies’. Jullie willen een ander type onderzoek. Kun je dat uitleggen?
Onderzoek dat zich richt op ruimte, aandacht, zichtbaarheid en erkenning van biseksualiteit in bepaalde vakgebieden zijn “reparative studies”. Ze gaan vaak over (on)zichtbaarheid binnen wetenschap en samenleving en zijn gericht op veilige thema’s als identiteit, zelfbenoeming en discriminatie. Het brengt in beeld hoe biseksuele mensen zichzelf zien en noemen, hoe ze leven en hoe ze worden behandeld door anderen. Dat is een belangrijke eerste stap die nodig is geweest. Maar ik vind dat het tijd is dat we ook verder kijken en ons gaan richten op minder veilige thema’s. Onze onderzoeken moeten meer gaan integreren met LHBT en queer studies. Daarnaast moeten we een bredere academische bijdrage gaan leveren, bijvoorbeeld aan de wetenschap van seksualiteit, sociale theoriën en gezondheidswetenschappen. Kortom, ik zie graag dat onderzoekers meer gaan bijdragen aan mainstream wetenschap in plaats van studies over biseksualiteit als subdiscipline. Inzichten in binaire man/vrouw normen en hetero/homo normen vanuit een perspectief van biseksualiteit kunnen ook worden toegepast op andere thema’s dan LHBTI vraagstukken.
Hoe komt het dat we in Europa nog vooral kleinschalige studies hebben over biseksualiteit?
In Europa zijn de meeste studies over biseksualiteit inderdaad kleinschalig, verkennend, kwalitatief en meestal uitgevoerd door één onderzoeker. In Amerika en Engeland bestaan al enkele groepjes wetenschappers die met elkaar samenwerken in teams. In Amerika kan het makkelijker zijn om grote financiering te krijgen waardoor meer omvangrijke onderzoeken worden uitgevoerd. Ook zijn daar grote bevolkingsstudies die mooie kwantitatieve onderzoeken mogelijk maken. Verder kan het meespelen dat we in Europa veel verschillende talen spreken. Veel van de onderzoeken in Europese landen verschijnen niet in het Engels, waardoor ze niet bekend worden bij internationale onderzoekers en helaas daardoor minder bijdragen aan de internationale wetenschap in de Engelse voertaal.
We hebben nu het grote bi+ onderzoek lopen over de ervaringen en behoeften van bi+ mensen in Nederland. Gefinancierd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, laat Bi+ Nederland dit onderzoek uitvoeren door een consortium van onderzoekers van verschillende Nederlandse universiteiten en kenniscentra, waaronder jijzelf. Dat onderzoek is kwantitatief en kwalitatief. Hoe zie jij dit onderzoek?
Ik merk vooral dat andere onderzoekers in het buitenland het bijzonder vinden dat de Nederlandse overheid dit onderzoek financiert. Dat is echt uniek.
Je hebt vast veel mooie reacties gehad op je nieuwe boek. Wat is je bijgebleven?
We hebben inderdaad veel aandacht gehad. Het is ook een voordeel dat het online gratis gelezen kan worden en open access, zodat het toegankelijk is voor iedereen. Ik heb veel complimenten gehad uit Europa en uit de Verenigde Staten dat het echt een goed boek is. De mooiste reactie vond ik dat iemand zei: ‘Als ik jong was en was gaan beginnen met dit onderzoek dan had ik dit boek willen hebben.’ Het is echt mooi dat we Europese bi+ en biseksuele onderzoekers een podium hebben kunnen geven voor hun werk.
Het online boek Bisexuality in Europe is gratis en beschikbaar voor iedereen.
Het ingebonden boek is op dit moment beschikbaar voor £96 (Britse pond).
In 2021 komt er een goedkopere paperback uitgave.
Eind maart 2021 verschijnt het onderzoeksrapport over de survey bevindingen van het grote bi+ onderzoek, gevolgd door een onderzoeksrapport over het kwalitatieve onderzoek in najaar 2021.
Lees hier deel 2 van het interview met Emiel Maliepaard
door Jantine | 5 januari 2021 | beleid, community, empowerment, internationaal, media, onderzoek, organisatie
Dr. Emiel Maliepaard is bekend als de eerste Nederlandse onderzoeker die promoveerde op het thema biseksualiteit. Ook was hij mede-organisator van European Bisexuality Conference 2016. Momenteel werkt hij als onderzoeker bij Atria, kennisinstituut voor emancipatie. Zijn nieuwste wapenfeit is het boek Bisexuality in Europe (online gratis beschikbaar) dat hij als redacteur uitbracht bij het gerenommeerde Routledge. Dit boek geeft een podium aan bi+ onderzoekers in Europa en laat de diversiteit aan bi+ onderzoek zien. Jantine van Lisdonk interviewde hem.
In dit tweede deel, geeft hij zijn blik over internationale koplopers in bi+ onderzoek, emancipatie en organisatievorming en positioneert hij Nederland. In het eerste deel ging het over de totstandkoming van boek Bisexuality in Europe, eye-openers voor hemzelf en zijn visie over hoe het gaat met bi+ onderzoek en waar het naartoe moet.
Wat is jouw beeld over bi+ onderzoek en bi+ organisaties in andere landen? Welke landen zijn echt koplopers, vind je?
In Europa is Groot-Brittannië echt een koploper. Er is veel onderzoek en er zijn allerlei promovendi die zich richten op biseksualiteit. Ook is Groot-Brittannië sterk in organisatievorming. Ze houden al lange tijd een grote jaarlijkse Bisexual Conference (BiCon) en hebben allerlei lokale clubjes en netwerken. Duitsland heeft ook relatief veel lokale netwerken en organisaties, maar daar is de landelijke organisatievorming beperkter. In Nederland hadden we veel lokale initiatieven in de jaren negentig, maar die bestaan nauwelijks meer. Australië heeft mooie en goede onderzoeken gedaan en daar is echt sprake van wisselwerking tussen onderzoek en bi+ netwerken. Amerika is vooral sterk in kwantitatief mentale gezondheidsonderzoeken, maar juist minder in kwalitatief onderzoek.
En bi+ inclusief beleid? Welke landen zijn goede voorbeelden?
Dat is eigenlijk overal nog beperkt. Ik merkte dat de internationale onderzoekers bij de EuroBi(Re)Con 2016 in Amsterdam het heel bijzonder vonden dat een wethouder, iemand uit de politiek, de moeite deed om deze conferentie te openen. In het buitenland vinden ze het ook erg interessant dat onze landelijke overheid het huidige bi+ onderzoek over de ervaringen en behoeften van bi+ mensen financiert. Maar bi+ beleid is nog vrij afwezig in Nederland en internationaal. Dit komt enerzijds omdat er geen interesse en dus weinig vraag naar is. Er wordt zelden door beleidsmakers gevraagd aan wetenschappers en experts wat belangrijke kernthema’s voor bi+ zijn. Het beeld is soms nog dat aandacht voor homoseksualiteit vanzelf ook positief doorwerkt voor bi+ en transgender mensen, maar dat is niet zo. Aan de andere kant weten we ook nog onvoldoende wat dan goed bi+ inclusief beleid is. Antwoorden komen soms niet verder dan meer zichtbaarheid van bi+.
Bi+ inclusief beleid is precies wat Bi+ Nederland in 2021 wil gaan oppakken. We zijn bezig met hoe bi+ inclusief beleid eruit zou moeten zien en wat volgens ons de eerste stappen zijn om beleid bi+ inclusiever te maken. Het huidige bi+ onderzoek kan daar ook handvatten aan geven.
Het zou ook mooi zijn als er op hoog politiek of beleidsniveau aandacht voor bi+ is. In Amerika heeft Obama een keer een rondetafel met bi activisten georganiseerd in het Witte Huis. In Groot-Brittannië is er met Stonewall UK op hoog niveau aandacht geweest voor biseksualiteit. Dus het is niet alleen maar kommer en kwel. Dit soort momenten waarbij de doelgroep wordt benaderd en uitgenodigd zijn echt belangrijk. Die rondetafel in het Witte Huis is echt een mijlpaal geweest voor veel bi activisten, die zich daardoor gesteund en erkend voelden. Dat hebben we in Nederland nog niet gehad.
Het is inderdaad opvallend dat er door hooggeplaatste mensen wel aandacht is voor LHBTI in het algemeen, homoseksualiteit en ook steeds vaker voor transgender, maar nooit voor bi+. Wat zouden we in Nederland verder moeten doen en oppakken?
Onderzoek gaat niet alleen over kennis verzamelen, maar kan ook een push geven aan onderwerpen. Het Bisexuality Report uit 2012 onder leiding van de Britse Meg-John Barker heeft in heel Europa een iconische status gekregen. Dat rapport heeft veel betekend en het biedt inzicht. Het wordt daardoor echt gebruikt voor argumentatie. Het is belangrijk om kennis bij elkaar te krijgen in een mooi document en door goede mensen te laten uitvoeren die bekend zijn in de wetenschap en in de bi+ gemeenschap.
De nationale kennissynthese van Bi+ Nederland, de internationale kennissynthese van Atria, door jou geschreven, en ook de factsheet 2020 zijn eerste stappen in het verzamelen en aanbieden van beschikbare onderzoekskennis over bi+ in Nederland. Welke onderzoeken zijn volgens jou, naast het huidige bi+ onderzoek, nodig in Nederland?
Het lijkt me leuk en belangrijk als er meer aandacht komt voor relaties. Het is een kernelement in onze samenleving. Veel mensen zeggen dat een relatie ze stabiliteit en rust geeft en dat het goed is voor hun mentale welbevinden. Of dat ook geldt voor bi+ mensen dat is nog maar de vraag en ik hoor wisselende geluiden. Het kan rust bieden, maar soms ook weer niet. In de survey van het huidige bi+ onderzoek is er aandacht voor, maar het zou interessant zijn om een keer een hele survey over relaties te doen, gevolgd door interviews.
De aandacht voor relaties is inderdaad opvallend klein in beleid en onderzoek.
Ja, het is in Nederland vooral beperkt tot de psychologie en de seksuologie en bijna altijd gericht op hetero mensen. Een meer maatschappelijke blik ontbreekt.
Zijn er nog andere onderzoeken die je graag uitgevoerd ziet worden?
In onze samenleving gaat veel aandacht naar jonge mensen. Dat is natuurlijk belangrijk. Maar het zou juist ook boeiend zijn om eens onder oudere bi+ mensen onderzoek te doen. Hoe leiden zij hun leven? Het beeld is dat een bi+ oriëntatie minder relevant is naarmate mensen ouder worden en dat komt ook door het vooroordeel dat oude mensen seksloos zijn. Maar dat klopt natuurlijk niet. We weten nog weinig over de levensloop van oudere bi+ mensen. Hoe hebben ze hun leven geleefd, vanaf hun jeugd tot nu? Welke veranderingen in de samenleving hebben ze meegemaakt, hoe heeft dat hen gevormd en welke veranderingen in zichzelf hebben ze meegemaakt?
Dit is vanuit intersectionality zeker interessant.
Ja, inderdaad. Er is ook meer aandacht nodig voor mensen van kleur en mensen met een beperking. Relatief veel bi+ mensen hebben een of meerdere beperkingen.
Je zei eerder dat er in Nederland weinig lokale bi+ initiatieven meer bestaan. Hoe komt dat en wat is er nog wel?
In het onderzoek dat ik deed naar de bi-beweging sinds jaren negentig in Nederland bleek dat er vroeger veel meer lokale bi initiatieven waren. Nu bestaat alleen nog het bi-café in Nijmegen, een bi avond bij het COC in Arnhem, de bi kring in Amsterdam, en Bijou voor 30+ biseksuele vrouwen. Misschien was er vroeger meer nood om elkaar te ontmoeten, maar het is wel opvallend. Het kan belangrijk zijn dat er meer lokale bi+ clubjes en initiatieven komen. Bi+ Nederland is nog een vrij jonge organisatie en het is logisch dat ze zich niet meteen op lokale intiatieven richt. Maar het is wel belangrijk dat het weer komt. Het zou mooi zijn als dit organisch groeit.
Bi+ Nederland richt zich in deze beginfase eerst op het landelijke niveau om onszelf stevig op te bouwen. Maar het zit wel in ons achterhoofd voor een latere fase en om daarin meer te kunnen bieden. We willen alleen niet voortijdig imploderen door meteen teveel tegelijkertijd op te pakken. We stimuleren dat mensen in de bi+ facebookgroep zelf lokaal iets organiseren en elkaar ontmoeten en dat gebeurt ook.
Het is inderdaad een valkuil van veel vrijwilligers en bi activisten dat ze iets willen betekenen en dan teveel op zich nemen, omdat anderen het niet doen. In dat onderzoek naar de bi-beweging sprak ik ook met bi activisten en daaruit bleek dat sommigen er echt aan ten onder gingen omdat ze naast hun normale baan heel veel vrijwilligerswerk deden. Dat houd je niet lang vol. Je hebt genoeg schouders nodig die het dragen.
Het online boek Bisexuality in Europe is gratis en beschikbaar voor iedereen.
Het ingebonden boek is op dit moment beschikbaar voor £96 (Britse pond).
In 2021 komt er een goedkopere paperback uitgave.
Eind maart 2021 verschijnt het onderzoeksrapport over de survey bevindingen van het grote bi+ onderzoek, gevolgd door een onderzoeksrapport over het kwalitatieve onderzoek in najaar 2021.
Lees hier deel 1 van het interview met Dr. Emiel Maliepaard