(On)zichtbaar: Levensverhalen van Bi+ Vrouwen uit de Pride Generatie

(On)zichtbaar: Levensverhalen van Bi+ Vrouwen uit de Pride Generatie

Anouck de Jong, masterstudent Humanistiek aan de Universiteit voor Humanistiek, voltooit momenteel een stage van een half jaar op het gebied van kennisontwikkeling en pleitbezorging bij Bi+ Nederland. In haar masterthesis onderzocht ze de levensverhalen van bi+ vrouwen tussen de 55 en 70 jaar oud.

Lees over de ervaringen van bi+ vrouwen uit de ‘Pride Generatie’ en wat o.a. de tweede feministische golf voor hen betekende. Over de gelaagdheid van bi+ zijn. Over hopen op meer vrijheid voor toekomstige generaties om zichzelf te zijn, zonder dat seksualiteit en gender de hoofdrol spelen. Over verlangen naar verhalen en het vinden van taal.

Door Anouck de Jong

Bi+ oriëntaties worden soms beschreven als ‘de onzichtbare seksualiteit’. Vanuit de nieuwsgierigheid hoe dit is gekomen, ben ik dit onderzoek begonnen. Hierbij is het belangrijk te begrijpen dat seksuele identiteit geen vaststaand gegeven is, maar wordt beïnvloed door de samenleving en cultuur waarin iemand leeft. Verhalen spelen een grote rol in hoe seksuele identiteit wordt waargenomen en ervaren. Dit onderzoek richtte zich op de verhalen van bi+ vrouwen uit de ‘pride generatie’. De pride generatie, bestaande uit mensen die volwassen werden in de late jaren ’60 en begin jaren ’70, staat bekend om hun openheid over seksuele ervaringen, in tegenstelling tot eerdere generaties. Dit reflecteert een veranderende dynamiek in de manier waarop seksualiteit wordt besproken en ervaren. Zij zijn nu tussen de 55 en 70 jaar oud. Tijdens hun opvoeding en volwassen worden waren verhalen over hetero- en homoseksualiteit dominant aanwezig. Ik onderzocht hoe hun seksuele identiteit zich ontwikkelde in een tijd waarin er nog weinig taal was om te praten over de bi+ ervaringen en hoe dit hun leven heeft beïnvloed. De centrale vraag die ik stelde was: hoe passen hun persoonlijke verhalen over wie ze zijn bij de heersende opvattingen in de maatschappij? Hoe kun je jezelf begrijpen als er nog geen taal is om over je ervaringen te praten? Ik heb dit onderzocht aan de hand van tien diepgaande interviews.

de tweede feministische golf

Voor deze vrouwen was het idee dat heteroseksualiteit de norm was, niet passend met hun ervaring. Hierdoor moesten ze omgaan met verwachtingen die niet overeenkwamen met hun eigen gevoelens en ervaringen. Als reactie hierop zochten ze naar andere verhalen waarmee ze zich beter konden identificeren. De vrouwen vonden dit voornamelijk in de tweede feministische golf. Elke deelnemer had een relatie met de vrouwenbeweging en de emancipatie van lesbische vrouwen. In deze periode waren er veel vooroordelen en soms ook argwaan tegenover bi+ oriëntaties. Dit werd zowel weerspiegeld in de reacties van anderen als soms in hun zelfbeeld. Hierdoor bleek dat, hoewel er meer vrijheid werd ervaren in het verhaal van de tweede feministische golf, bi+ als een reële optie nauwelijks werd overwogen. In hun persoonlijke verhalen wisselden ze vaak tussen een hetero en lesbisch zelfbeeld tijdens deze periode.

In de levensverhalen kwam goed naar voren hoe gelaagd en divers de geleefde ervaringen echt bleken te zijn. Bi+ vrouwen uit de pride generatie uiten hun seksuele en genderidentiteit op diverse manieren, waarbij ze uiteenlopende en complexe afwegingen maken tussen zelfbenoeming, gedrag en aantrekking. De levensverhalen laten zien dat bi+ oriëntaties, hoewel vaak als onzichtbaar beschouwd, juist gekenmerkt worden door flexibiliteit, speelsheid, vrijheid en strijdbaarheid in het vormgeven van identiteit. Dat er niet één duidelijk verhaal beschikbaar was was voor bi+, betekent dus niet dat er geen betekenisvolle verhalen over bestaan in Nederland. In de thesis kun je uitgebreid ervaringsverhalen lezen over hoe dit voor de tien personen precies is gelopen.

‘bi+ oriëntaties worden juist gekenmerkt door flexibiliteit, speelsheid, vrijheid en strijdbaarheid in het vormgeven van identiteit.’


Opvallend was hoe gender voor veel van deze vrouwen een belangrijk aspect was in hun beleving van seksualiteit. Ze benadrukten de verbinding tussen hun ervaringen met biseksualiteit en gender. Vaak lag de nadruk op genderexpressie en het doorbreken van traditionele genderstereotypen. Voor de toekomst wensen ze dat de volgende generatie zich vrijer voelt om zichzelf te zijn, zonder dat seksualiteit en gender een prominente rol spelen in hun levensverhaal. Ze benadrukken dat dit aspect er gewoon mag zijn, zonder dat het extra nadruk zou moeten krijgen. Tegelijkertijd blijft de behoefte aan verhalen die de mogelijkheden en diversiteit vergroten, zodat elke ervaring een plek krijgt in taal.

Als je geïnteresseerd bent in het lezen van de masterthesis, stuur een e-mail naar anouck@biplus.nl.

Queer genoeg: Onderzoek naar de verbinding van bi+ mensen met lhbti+, transgender en bi+ gemeenschappen

Queer genoeg: Onderzoek naar de verbinding van bi+ mensen met lhbti+, transgender en bi+ gemeenschappen

Daphne is projectmedewerker bij Bi+ Nederland en schreef voor de afronding van haar opleiding Politicologie haar Masterscriptie over de ervaringen van bi+ personen in lhbti+, transgender en bi+ gemeenschappen.

In 2022 schreef ik mijn Masterscriptie voor de afronding van mijn opleiding Politicologie en mijn stage bij Bi+ Nederland. In mijn onderzoek stelde ik de volgende vragen: In hoeverre voelen bi+ mensen zich verbonden met lhbti+, transgender en bi+ gemeenschappen? Hoe groot is de rol van de heteroseksuele en monoseksuele norm hierin en hoe beïnvloed dit het welzijn van bi+ mensen?

Door Daphne Hermsen

Queer genoeg: Onderzoek naar de verbinding van bi+ mensen met lhbti+, transgender en bi+ gemeenschappen


Uit eerder onderzoek is gebleken dat verbinding met een gemeenschap positieve gevolgen kan hebben voor het welzijn van gestigmatiseerde groepen, zoals bi+ mensen, omdat dit minderheidsstress kan verlichten. Echter, veel bi+ mensen vinden het moeilijk om een gemeenschap te vinden waar zij zichzelf kunnen zijn en waar hun bi+ oriëntatie wordt verwelkomd. Het bestaan van bi+ oriëntaties wordt nog veel ontkend, zowel in heteroseksuele als in lhbti+ gemeenschappen. In veel lhbti+ gemeenschappen heerst namelijk nog de monoseksuele norm, ofwel de verwachting dat iedereen slechts op één gender valt en dus hetero of homo is. Hierdoor worden bi+ mensen vaak uitgesloten en uitgewist in deze gemeenschappen. Veel bi+ mensen hebben daarom behoefte aan bi+ specifieke gemeenschappen, maar deze blijken voor velen nog moeilijk te vinden.

interviews en enquêtes

Om te onderzoeken wat de ervaringen van bi+ mensen in verschillende gemeenschappen zijn, heb ik vier bi+ mensen geïnterviewd en een enquête uitgezet in zes landen (Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk). In deze interviews en enquêtes stelde ik bi+ mensen vragen over hun ervaringen met verbinding en inclusie in lhbti+, transgender en bi+ gemeenschappen.

Resultaten van mijn onderzoek laten zien dat de heteroseksuele en monoseksuele norm een negatieve invloed hebben op het welzijn van bi+ mensen. Resultaten laten ook zien dat verbinding met gemeenschappen hierin een belangrijke verlichtende rol kan spelen. Dit wordt versterkt wanneer een gemeenschap een ‘safe space’ is, waar bi+ mensen zichzelf kunnen zijn zonder lastig gevallen of uitgesloten te worden. De safe space biedt dan bescherming tegen dominante normen, zoals de heteroseksuele en monoseksuele norm. Antwoorden van bi+ mensen in de enquêtes en interviews laten zien dat zij lhbti+ gemeenschappen vaak niet als een safe space ervaren, vanwege de aanwezigheid van de monoseksuele norm. Deze norm uit zich onder andere door aannames en beschuldigingen rondom ‘queer genoeg’ zijn of ‘doorgaan voor hetero’. Vooral bi+ mensen in ogenschijnlijk heteroseksuele relaties ervaren veel uitsluiting in lhbti+ gemeenschappen. Lhbti+ gemeenschappen voelen daardoor nog vaak als homo/lesbische gemeenschappen, geven zij aan.

‘Belangrijk voor gemeenschappen is dus om een safe space te creëren die de diversiteit van de queer gemeenschap reflecteert, waar bi+ mensen vrij zijn om zichzelf te zijn en te uiten, zonder aannames, oordelen en exclusie.’


Omdat transgender gemeenschappen vaker buiten binaire normen treden, kunnen zij een safe space bieden voor bi+ mensen. Naast het doorbreken van normen rondom gender kan dit namelijk ook ruimte bieden voor bi+ oriëntaties.

Verder hebben bi+ mensen behoefte aan meer bi+ rolmodellen en gemeenschappen en een meer divers beeld van lhbti+ gemeenschappen.

Belangrijk voor gemeenschappen is dus om een safe space te creëren die de diversiteit van de queer gemeenschap reflecteert, waar bi+ mensen vrij zijn om zichzelf te zijn en te uiten, zonder aannames, oordelen en exclusie. De nadruk ligt dan op dat er niet één manier is om queer te zijn. Bi+ mensen zijn ‘queer genoeg’.

Wil je meer weten over mijn Masterscriptie, mail dan naar daphne@biplus.nl.

bi+ acceptatie bevorderen door open in gesprek te gaan

bi+ acceptatie bevorderen door open in gesprek te gaan

Marleen Tensen studeerde sociologie aan de Universiteit Utrecht en schreef haar scriptie over het grote bi+ onderzoek. Over wat haar daarbij opviel schreef ze een blog.

In 2021 heb ik mij voor het schrijven van mijn scriptie verdiept in het eerste landelijke grootschalige bi+ onderzoek. Met een open blik heb ik geprobeerd om een beeld te vormen van de verschillende manieren waarop bi+ jongeren (16-24 jaar oud) anno 2021 te maken hebben met negatieve ervaringen, stigma en vooroordelen, puur en alleen vanwege hun seksuele oriëntatie. Dit deed ik door open antwoorden te analyseren in een vragenlijst en ik wil jullie graag mijn eigen bevindingen delen.

Door Marleen Tensen

“Ben je nou homo of hetero?” – en andere bi+ vooroordelen (die ik graag zie verdwijnen…)


Het is mij opgevallen dat er enorm veel verschillende soorten van stigma’s en vooroordelen zijn naar bi+ mensen. Zo voelen mensen met een bi+ oriëntatie zich lang niet altijd veilig in hun omgeving, krijgen zij te maken met uitsluiting of worden ze uitgescholden. Vaak wordt de seksuele oriëntatie van bi+ mensen niet serieus genomen, en worden zij ervan beschuldigd dat ze alleen maar zeggen bi+ te zijn voor de aandacht of omdat het een trend is. Helaas zijn scholen ook niet altijd een veilige omgeving. Leerlingen krijgen niet alleen maar van klasgenoten negatieve dingen te horen over hun seksuele oriëntatie, ook sommige leraren spreken naar hun klas uit dat een bi+ oriëntatie of biseksualiteit niet bestaat. Vrouwen krijgen veel te maken met seksualisering omwille van hun oriëntatie. Van hen wordt verwacht dat ze ooit wel eens aan een trio hebben meegedaan, of ze worden ongewenst benaderd om hieraan deel te nemen. Mannen die aangeven bi+ te zijn worden vaak niet geloofd; van hen wordt bijvoorbeeld gedacht dat zij eigenlijk homoseksueel zijn, maar dit nog niet willen toegeven en dat zij gebruik willen maken van de voordelen die een leven als hetero met zich mee kan brengen. De antwoorden van non-binaire en genderfluïde mensen waren vergelijkbaar met die van vrouwen en mannen. Wel ervaren ze bovenop de bi+ stigma’s extra stigmatisering over het feit dat zij zich niet als vrouw óf man identificeren.

… niet zomaar uit de lucht…

De titel van mijn scriptie is “Ben je nou homo of hetero?” en die naam is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Er heerst veel onbegrip over bi+. Want hoe kunnen mensen nou écht op meer dan één gender vallen? Als je als man een relatie met een man hebt ben je toch homo? En als je dan daarna een relatie met een vrouw hebt, ben je dan niet toch hetero? Vaak wordt vergeten dat er meer dan twee opties zijn binnen het spectrum van seksualiteit. Of betekent bi+ dan dat je met een man én een vrouw tegelijkertijd een relatie moet hebben? Nee, natuurlijk.

Duidelijk is geworden dat bi+ mensen te maken hebben met stigmatisering vanuit meerdere kanten. Deze stigmatisering komt voort vanuit een heteroseksuele norm, waarbij mensen er standaard vanuit gaan dat mensen hetero zullen zijn. Hier kunnen alle mensen binnen de LHBTIQA+ paraplu mee te maken krijgen. Voor bi+ mensen komt hier nog stigmatisering bovenop vanuit de monoseksuele norm, wat inhoudt dat men ervan uit gaat dat mensen maar op mensen van één gender kunnen vallen.

‘Doordat ik zo open in gesprek heb kunnen gaan met mijn omgeving en doordat ik hier niet alleen vanuit mijn eigen ervaringen, maar ook met vanuit mijn onderzoek over kon vertellen, heeft mijn directe omgeving veel kunnen leren.’


Naast de uitkomsten van mijn scriptie zijn mij in mijn eigen omgeving ook dingen opgevallen. Bij mijzelf merkte ik dat ik met veel van de heersende vooroordelen al bekend was en dit haast heb weggecijferd als ‘niet zo erg’ of ‘het hoort er nou eenmaal bij’ of ‘sommige mensen begrijpen het gewoon niet’. Ik dacht, vanuit mijn eigen ervaringen, dat veel van de in mijn onderzoek terugkerende stigma’s en vooroordelen wel algemeen bekend waren. Tijdens mijn scriptie heb ik het veel meer dan normaal met mijn familie, vrienden en kennissen gehad over bi+ en wat dit allemaal in kan houden. Daardoor merkte ik pas hoe weinig mensen weten over biseksualiteit en vaak nog minder over andere bi+ oriëntaties. Mijn omgeving was hoofdzakelijk geïnteresseerd in wat het dan inhield en schrok zelf vaak van sommige van mijn eigen ervaringen met vooroordelen. Tegelijkertijd werden sommige mensen in mijn omgeving soms ook geconfronteerd met hun eigen (vaak onbewuste) vooroordelen. Doordat ik zo open in gesprek heb kunnen gaan met mijn omgeving en doordat ik hier niet alleen vanuit mijn eigen ervaringen, maar ook met vanuit mijn onderzoek over kon vertellen, heeft mijn directe omgeving veel kunnen leren. En dat vind ik nou al een heel positief direct resultaat dat voortkomt uit het uitvoeren van mijn onderzoek. Hopelijk kan door gespreksvoering, voorlichting en bekendwording met bi+ in de maatschappij steeds meer acceptatie komen voor iedereen, ongeacht de seksuele oriëntatie.

dit was de International Bisexuality Research Conference 2022

dit was de International Bisexuality Research Conference 2022

Lika Brinkman zet zich als vrijwilliger bij Bi+ Nederland in voor onderzoek gerelateerde taken. Terwijl velen van ons aanwezig waren bij de Bi+ Dag, bezocht Lika de International Bisexuality Research Conference. 

Zaterdag 24 september vond de International Bisexuality Research Conference plaats, de jaarlijks terugkerende online conferentie georganiseerd door de Bisexual Research Group. Tijdens de conferentie kwamen onderzoekers over heel de wereld hun onderzoek rondom bi+ presenteren. Daarnaast kregen ook bi+ activisten de ruimte om ervaringen en verhalen te delen.

Door Lika Brinkman

Niet slechts óver bi+ mensen, maar vooral mét en dóór bi+ mensen.


De conferentie had een goed gevuld programma, van 9.30 uur ’s morgens tot 22.00 uur ’s avonds, met meer dan 60 sprekers. Verspreid over de hele dag waren er meer dan 500 bezoekers uit vijf verschillende continenten aanwezig. De combinatie van presentaties over onderzoek met daarin een focus op theorie en data, en het horen van verhalen over geleefde ervaringen van bi+ mensen maakte dat dit een conferentie was waar onderzoek en praktijk bij elkaar kwamen. Er werd niet slechts gesproken óver bi+ mensen, maar vooral ook mét en dóór bi+ mensen.

Een mooie weerspiegeling

De conferentie bestond uit zes rondes aan panels, afgewisseld met 5 rondes voor keynote sprekers. De onderwerpen van de panels en keynotes waren zeer divers. Zo ging het over representatie in de media, geschiedenis, zichtbaarheid, gemeenschap, mentale gezondheid, politiek en activisme, relaties en monogamie, mannelijkheid, en onderzoekspraktijken. Wat mij opviel in het taalgebruik, is dat veelal de term ‘bi+’ werd gebruikt. In de presentaties werd ook veel gesproken over verschillende seksuele identiteiten binnen de koepelterm ‘bi+’, zoals biseksualiteit, queer en panseksualiteit. Verder was het mooi om te zien dat in veel presentaties aandacht werd besteed aan kruisende identiteiten (intersectionalities) en onderbelichte groepen binnen de bi+ gemeenschap, zoals bi+ mensen van kleur, bi+ mensen die religieus zijn, en bi+ mannen. Tot slot was er een interessante scheiding te zien tussen onderzoekers die meer een focus hadden op het definiëren van biseksualiteit, en onderzoekers die argumenteerden tegen dit hokjes denken. De diversiteit aan sprekers, thema’s en perspectieven zorgden ervoor dat het geen eenzijdige conferentie was, wat ook een mooie weerspiegeling is van de bi+ gemeenschap als diverse gemeenschap.

Ik neem jullie graag mee in een aantal uitspraken die mij zijn bijgebleven van enkele presentaties die ik heb bijgewoond. Om te beginnen bij de eerste keynote spreker, Hafsa Quereshi (bi+ activist bij Stonewal, VK) die diens ervaring en verhaal met ons deelde. Een van hun uitspraken die mij is bijgebleven is dat “niemand hoeft te hebben geleden of te lijden om te mogen zijn wie ze zijn, en om zich hiervoor uit te spreken”. Deze uitspraak is bij mij blijven hangen omdat het een belangrijke herinnering is dat iedereen unieke ervaringen heeft, en dan elke ervaring even belangrijk is. Hoe ‘moeilijk’ of ‘makkelijk’ iemand het heeft (gehad) , hoeft hierin geen rol te spelen.

‘Niemand hoeft te hebben geleden of te lijden om te mogen zijn wie ze zijn, en om zich hiervoor uit te spreken’


Hierna heb ik de presentatie van Dr. Zori Paul (onderzoeker Marquette University, VS) bijgewoond, die vertelde over haar onderzoek naar bi+ vrouwen van kleur en micro-bevestigingen (micro-affirmations). Deze micro-bevestigingen zijn kleine uitspraken en gebaren waarmee iemands identiteit bevestigd wordt, die opeengestapeld een groot positief effect kunnen hebben op de ontvanger ervan. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld bij het vragen naar iemands relatiestatus, te vragen of die persoon een partner heeft, in plaats van een vriendin of vriend. Uit Zori haar onderzoek bleek dat de internalisering van bi-negativiteit kan verminderen als mensen onderdeel zijn van een gemeenschap waarin bewust en expliciet rekening gehouden wordt met de inclusie en erkenning van bi+ seksualiteiten.

De dag sloot ik af met de presentatie van keynote spreker Dr. Rosie Nelson (onderzoeker University of Bristol, VK), over ‘bi-privilege in passing’. Er wordt vaak aangenomen dat bi+ mensen het ‘privilege’ hebben om door te kunnen gaan als heteroseksueel (passing), waardoor zij de discriminatie en stigmatisering kunnen vermijden waar homoseksuele mensen mee te maken hebben. Rosie betoogde dat dit op geen enkele manier een privilege is. Het laat juist zien hoe machtsstructuren zoals de heteroseksuele norm en de monoseksuele norm ervoor zorgen dat de legitimiteit van bi+ seksualiteiten niet wordt erkend. Rosie eindigde met de boodschap dat deze machtsstructuren het echte probleem zijn, en dat die doorbroken moeten worden: “vecht naar boven, niet naar benden”.

Dit was slechts een greep van de verschillende onderwerpen die aan bod zijn gekomen tijdens de conferentie. Voor diegenen die graag meer willen weten over de panels en de sprekers heb ik goed nieuws. Alle opgenomen panels en keynotes zijn terug te kijken via het YouTube kanaal van The Bisexual Research Group. Houd hun website in de gaten voor updates. Op de website is ook meer informatie te vinden over het programma en de sprekers.

Gender Is Geen Ding: Gunnar (hij/hem), 27 jaar, panseksueel

Gender Is Geen Ding: Gunnar (hij/hem), 27 jaar, panseksueel

Op 24 mei is het ‘Panromantic and Pansexual Awareness Day’, een dag om de zichtbaarheid en diversiteit van pan mensen te vieren. Panseksuele en/of panromantische mensen zijn een groot onderdeel van de bi+ gemeenschap en panseksualiteit is een op zich zelf staande niet monoseksuele identiteit; pan mensen vallen namelijk niet op maar één gender. Voor hen geldt: #GenderIsGeenDing

Door Sara Verlee

Dit jaar zet Bi+ Nederland verschillende pan mensen in het zonnetje door vanaf 17 mei elke dag een interview met een pan persoon te delen. Vandaag is dat:

Gunnar (hij/hem), 27 jaar, panseksueel


Gunnar is van Nederlandse/Chileens afkomst, student moleculaire neurobiologie en panseksueel.

Wat vind je fijn aan panseksueel zijn?

Ik vind het fijne aan pan zijn dat je valt voor mensen voor wie ze zijn. Het voelt voor mij gelimiteerd om te zeggen dat je alleen maar op vrouwen of alleen maar op mannen valt. Voor mij maakt het niet uit en val ik op personen omdat ze leuk zijn.

Ik val ook vaak op kleine details of kenmerken van een persoon. Mede door mijn ADHD ben ik namelijk heel gefocust op iemands lichaamstaal. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een persoon een leuk zij lachje heeft en dat ik dan juist daar een gevoel van affectie voor krijg. Die dingen merk ik op. Soms heb ik wel het idee dat er op die manier een connectie zit tussen pan zijn en neurodivergent zijn *.

‘Ik vind het fijne aan pan zijn dat je valt voor mensen voor wie ze zijn.’


En pan is ook een fijne term omdat het de lading goed dekt. Zo hoef ik niet uit te drukken in hoeveel procent ik mij romantisch aangetrokken voel tot een bepaald gender, het is gewoon vrij.

Laat je je seksualiteit ook zien?

Vroeger vertelde ik eigenlijk nooit dat ik pan ben. Dan was ik gay als ik met een jongen op date ging en hetero toen ik met een meisje op date ging. Nu vertel ik het vaker, zeker op eerste dates. Ik ben ook polyamoreus, dus dan is het ook wel handig om te vertellen dat ik niet alleen op mensen val zonder naar gender te kijken, maar dat ik ook relaties aanga met meerdere mensen. Daarnaast zijn mensen die openstaan voor polyamoreuze relaties ook vaak accepterend naar pan mensen toe. Dan hoef ik niet alles uit te leggen, dat is heel fijn.

Hoe kijk je naar 24 mei?

Ik sta niet echt stil bij 24 mei omdat deze dag over mij gaat. Het voelt voor mij beter om een punt te maken van dagen van zichtbaarheid voor gemeenschappen waartoe ik niet behoor. Denk bijvoorbeeld aan Transvisibility Day. Het voelt anders een beetje zelfingenomen. Wel begrijp ik heel goed dat mensen stilstaan bij deze dag, vooral omdat er nog vaak veel bi of pan erasure plaatsvindt. En natuurlijk draagt het bij aan de acceptatie van pan mensen en maakt het gemakkelijker om je als pan te identificeren, dat juich ik alleen maar toe.

*) “De term neurodiversiteit geeft erkenning aan de diverse vormen waarin een brein bedraad kan zijn. In plaats van het denken in termen van mensen met een gezond brein en mensen met een ziek of afwijkend brein, gaat neurodiversiteit uit van neurotypische en neurodivergente mensen.”, aldus Diantha Voskuijl, ambassadeur van de Nederlandse Neurodiversity Foundation.