Dr. Emiel Maliepaard is bekend als de eerste Nederlandse onderzoeker die promoveerde op het thema biseksualiteit. Ook was hij mede-organisator van European Bisexuality Conference 2016. Momenteel werkt hij als onderzoeker bij Atria, kennisinstituut voor emancipatie. Zijn nieuwste wapenfeit is het boek Bisexuality in Europe (online gratis beschikbaar) dat hij als redacteur uitbracht bij het gerenommeerde Routledge. Dit boek geeft een podium aan bi+ onderzoekers in Europa en laat de diversiteit aan bi+ onderzoek zien. Jantine van Lisdonk interviewde hem naar aanleiding van dit boek.
Dit eerste deel gaat over de totstandkoming van dit boek, eye-openers voor hemzelf en zijn visie over hoe het gaat met bi+ onderzoek en waar het naartoe moet. In het tweede deel, geeft hij zijn blik over internationale koplopers in bi+ onderzoek, emancipatie en organisatievorming en hij positioneert Nederland.
Hoe kwam het dat je je als onderzoeker op biseksualiteit bent gaan richten?
Ik deed tijdens mijn studie sociale geografie onderzoek naar het nachtleven van gay mannen in Brighton, Engeland. In de universiteitsbibliotheek kwam ik toen het boek Bisexual spaces van Clare Hemmings tegen. Dat boek opende mijn ogen. Er was binnen de de sociale geografie nog heel weinig over biseksualiteit bekend en dat was een reden om daar in te duiken. Ik zag hierin een academische uitdaging en wilde biseksuele mensen meer in the picture zetten. Mijn proefschrift ging daarom over biseksualiteit. Ook daarna bleef ik me erop richten. Ik vind het belangrijk om biseksualiteit meer zichtbaar te maken. Ook wil ik vanuit een perspectief van biseksualiteit een bijdrage leveren aan bredere debatten in de sociologie, psychologie en andere disciplines. Verder zoek ik de verbinding met sociale theorieën, zoals practice theorie en assemblage theorie, die ook in het boek Bisexuality in Europe aan bod komen.
Hoe kwam je met het idee voor dit boek Bisexuality in Europe?
Na de European Bisexual Research Conference (EuroBiReCon) die in 2016 in Amsterdam plaatsvond, had ik het idee voor een Europees boek. Op de onderzoeksdag van de conferentie waren veel Europese onderzoekers aanwezig en ik wilde hier een vervolg aangeven. Een boek is er toen niet gekomen, maar we maakten wel een special issue in het Journal of Bisexuality. Biseksualiteit is sindsdien meer in de aandacht gekomen en de tijd is nu meer rijp voor een boek. Samen met Renate Baumgartner, die dezelfde drive had als ik, hebben we dit boek van de grond gekregen.
Was het makkelijk om auteurs te vinden?
Ja, auteurs konden we heel makkelijk vinden. Er zijn inmiddels best veel onderzoekers bezig met biseksualiteit en Renate en ikzelf hebben een behoorlijk netwerk opgebouwd. In Europa zijn dat vooral jonge onderzoekers die kwalitatief onderzoek doen, vaak als enige binnen hun discipline of vakgroep. Het boek bestaat uit hoofdstukken waarin elke auteur schrijft over het eigen onderzoek. Dit geeft een up to date beeld van wat er allemaal voor bi+ onderzoek is in Europa. De auteurs zijn een combinatie van senior en jonge wetenschappers en promovendi.
En uitgevers, stonden die open voor het thema biseksualiteit?
Ja, dit is het allereerste boek over biseksualiteit in Europa. Voor de uitgever Routledge was het juist aantrekkelijk dat het om een ‘nieuw’ onderwerp gaat. In Amerika, Engeland en Australië waren er al boeken verschenen, maar nog nooit in continentaal Europa. Dit jaar publiceerde Nikki Hayfield al het boek Bisexuality and Pansexuality dat zeker voor studenten interessant is. Ons boek is meer voor studenten, wetenschappers en lezers die al basiskennis over biseksualiteit hebben.
Wat zijn de kernthema’s in jullie boek?
De onderzoekers mochten over alle thema’s schrijven en we gaven ze vooraf geen lijst met thema’s mee. Uiteindelijk gaan veel hoofdstukken over de kernthema’s relaties en identiteit. Het derde kernthema is burgerschap en dat richt zich op de verhouding tussen burger en staat of samenleving.
Wat waren voor jou interessante eye-openers in het boek?
Ik vond het hoofdstuk van Zeynab Peyghambarzadeh over biseksuele asielverhalen bijzonder interessant. Ze doet onderzoek vanuit een minder Europese visie. Daardoor kan ze goed onder woorden brengen hoe in Europa wordt gekeken naar LHBT en hoe daarin hokjesdenken vanzelfsprekend is, terwijl dit in andere culturen veel minder aanwezig is. Dan kan het lastig zijn om een goed asielverhaal vorm te geven dat voor mensen van hier te begrijpen is. Het hoofdstuk van Nikki Hayfield over de bi-dar en de pan-dar (red: als variatie op de gay-dar, dat je als een ‘radar’ mensen kunt herkennen die gay zijn) vond ik leuk. Het blijkt uit experimenten dat mensen gay mannen makkelijker herkennen dan bi en pan mensen. Verder is Annukka Lahti heel vernieuwend door te kijken naar relaties als ‘assemblages’ (netwerken), waarbij ze zich theoretisch baseert op het werk van Deleuze en Guattari. Bi+ is niet iets wat je hebt of bent, maar een becoming dat zich blijft ontwikkelen in assemblages. Zo kan elke relatie, als assemblage, voor jou en ook voor anderen net iets anders zijn.
In het slothoofdstuk zeggen Renate Baumgartner en jij dat toekomstig onderzoek verder zou moeten gaan dan ‘reparative studies’. Jullie willen een ander type onderzoek. Kun je dat uitleggen?
Onderzoek dat zich richt op ruimte, aandacht, zichtbaarheid en erkenning van biseksualiteit in bepaalde vakgebieden zijn “reparative studies”. Ze gaan vaak over (on)zichtbaarheid binnen wetenschap en samenleving en zijn gericht op veilige thema’s als identiteit, zelfbenoeming en discriminatie. Het brengt in beeld hoe biseksuele mensen zichzelf zien en noemen, hoe ze leven en hoe ze worden behandeld door anderen. Dat is een belangrijke eerste stap die nodig is geweest. Maar ik vind dat het tijd is dat we ook verder kijken en ons gaan richten op minder veilige thema’s. Onze onderzoeken moeten meer gaan integreren met LHBT en queer studies. Daarnaast moeten we een bredere academische bijdrage gaan leveren, bijvoorbeeld aan de wetenschap van seksualiteit, sociale theoriën en gezondheidswetenschappen. Kortom, ik zie graag dat onderzoekers meer gaan bijdragen aan mainstream wetenschap in plaats van studies over biseksualiteit als subdiscipline. Inzichten in binaire man/vrouw normen en hetero/homo normen vanuit een perspectief van biseksualiteit kunnen ook worden toegepast op andere thema’s dan LHBTI vraagstukken.
Hoe komt het dat we in Europa nog vooral kleinschalige studies hebben over biseksualiteit?
In Europa zijn de meeste studies over biseksualiteit inderdaad kleinschalig, verkennend, kwalitatief en meestal uitgevoerd door één onderzoeker. In Amerika en Engeland bestaan al enkele groepjes wetenschappers die met elkaar samenwerken in teams. In Amerika kan het makkelijker zijn om grote financiering te krijgen waardoor meer omvangrijke onderzoeken worden uitgevoerd. Ook zijn daar grote bevolkingsstudies die mooie kwantitatieve onderzoeken mogelijk maken. Verder kan het meespelen dat we in Europa veel verschillende talen spreken. Veel van de onderzoeken in Europese landen verschijnen niet in het Engels, waardoor ze niet bekend worden bij internationale onderzoekers en helaas daardoor minder bijdragen aan de internationale wetenschap in de Engelse voertaal.
We hebben nu het grote bi+ onderzoek lopen over de ervaringen en behoeften van bi+ mensen in Nederland. Gefinancierd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, laat Bi+ Nederland dit onderzoek uitvoeren door een consortium van onderzoekers van verschillende Nederlandse universiteiten en kenniscentra, waaronder jijzelf. Dat onderzoek is kwantitatief en kwalitatief. Hoe zie jij dit onderzoek?
Ik merk vooral dat andere onderzoekers in het buitenland het bijzonder vinden dat de Nederlandse overheid dit onderzoek financiert. Dat is echt uniek.
Je hebt vast veel mooie reacties gehad op je nieuwe boek. Wat is je bijgebleven?
We hebben inderdaad veel aandacht gehad. Het is ook een voordeel dat het online gratis gelezen kan worden en open access, zodat het toegankelijk is voor iedereen. Ik heb veel complimenten gehad uit Europa en uit de Verenigde Staten dat het echt een goed boek is. De mooiste reactie vond ik dat iemand zei: ‘Als ik jong was en was gaan beginnen met dit onderzoek dan had ik dit boek willen hebben.’ Het is echt mooi dat we Europese bi+ en biseksuele onderzoekers een podium hebben kunnen geven voor hun werk.
Het online boek Bisexuality in Europe is gratis en beschikbaar voor iedereen.
Het ingebonden boek is op dit moment beschikbaar voor £96 (Britse pond).
In 2021 komt er een goedkopere paperback uitgave.
Eind maart 2021 verschijnt het onderzoeksrapport over de survey bevindingen van het grote bi+ onderzoek, gevolgd door een onderzoeksrapport over het kwalitatieve onderzoek in najaar 2021.
Lees hier deel 2 van het interview met Emiel Maliepaard