Op 25 september 2019 sprak koning Willem-Alexander de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York toe.
In zijn toespraak sprak hij de hoop uit dat de trend om de rechten van homo’s, lesbiennes, transgender personen en andere minderheidsgemeenschappen op te nemen in wetgeving van meer landen zich doorzet.
Inderdaad een goeie zaak: hoe meer landen de rechten van sekse, gender en seksuele minderheden beschermt, hoe beter! En inderdaad, zoals de koning zegt: ‘De strijd tegen zowel openlijke als verborgen discriminatie moet op alle continenten doorgaan.’
Maar dat bi+ mensen niet genoemd werden in deze speech, was aanleiding tot veel discussie bij de oprichters van Bi+ Nederland.
Las de koning per ongeluk over het woord ‘bisexuals’ heen, of was de schrijver van de speech vergeten dat ongeveer 1 miljoen bi+ mensen alleen al in Nederland uitmaken van de ‘minority communities’? Of sprak hij niet over rechten van bi+ mensen omdat al hun rechten al geregeld zijn?
In Nederland wordt dit najaar wetgeving aangepast omdat een anti-discriminatiewet sprak van ‘hetero- of homoseksuele gerichtheid’. Dit wordt nu veranderd naar ‘seksuele gerichtheid’. Het COC berichtte hierover op 19 juli.
Veel beter natuurlijk, maar de vraag blijft: bestaat er eigenlijk wetgeving expliciet op gebied van bi+, of is dat (om wat voor reden dan ook) helemaal niet nodig?