Update: ten tijde van publicatie van dit bericht/document gaven de cijfers uit onderzoek reden om uit te gaan van ongeveer 1 miljoen bi+ mensen in Nederland. Uit cijfers in de Veiligheidsmonitor van 11 oktober 2024 van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat we uit kunnen gaan van 1,7 miljoen bi+ mensen in Nederland.
De eerste resultaten van het Grote Bi+ Onderzoek zijn binnen! Vorig jaar gaf Bi+ Nederland een samenwerkingsverband van 10 prominente Nederlandse onderzoekers op gebied van LHBTI+ onderwerpen de opdracht om te onderzoeken hoe het gaat met mensen in Nederland met bi+ gevoelens en ervaringen. Nooit eerder is er zo’n groot landelijk onderzoek naar bi+ mensen gedaan. Zo’n 3000 bi+ mensen tussen 16 en 55 jaar vulden een vragenlijst in en dit geeft een uniek beeld. Later dit jaar komen de resultaten van de diepte interviews.
Lees het volledige survey onderzoek hier
Door Jantine van Lisdonk en Gerrit Jan Wielinga
Een zeer diverse groep mensen
Wat als eerste opvalt in het onderzoeksrapport van de vragenlijst, is de enorme diversiteit van de bi+ deelnemers. Ze benoemen zich als bi, als pan, als queer, als bi, pan én queer, of anders, of helemáál niet. Het gaat om vrouwen, mannen en non-binaire mensen of genderfluïde mensen. Ze vallen in allerlei variaties op twee of meer, of álle geslachten en genders, zowel romantisch als seksueel. Deze mensen hebben weer allemaal hun eigen relatie ervaringen, maar een grote groep ook juist niet. Wat ze allemaal zeker niet zijn is monoseksueel. Je bent monoseksueel als je op één geslacht of gender valt. Kortom, mensen met bi+ gevoelens en ervaringen laten zich niet makkelijk in standaard hokjes vangen.
Hoewel opmerkelijk veel jonge vrouwen de vragenlijst hebben ingevuld, is het de onderzoekers gelukt om ook genoeg oudere vrouwen, mannen en non-binaire mensen te bereiken om antwoorden te geven op vragen over hun ervaringen in hun persoonlijke leven. Daardoor is een behoorlijk evenwichtig beeld ontstaan van hoe het is om bi+ te zijn in Nederland. De onderzoekers waren vooral benieuwd op welke manier mensen met bi+ gevoelens en ervaringen te maken hebben met de monoseksuele norm. Dat is de maatschappelijke norm dat iedereen op één geslacht of gender valt.
De monoseksuele norm
Het is natuurlijk geen verrassing dat vrijwel iedereen die op meer dan één geslacht of gender valt te maken heeft met de monoseksuele norm. Mensen worden automatisch vaak gezien als hetero, homo of lesbisch. Maar ook als je open bent over je bi+ oriëntatie komt het veel voor dat mensen met bi+ gevoelens en ervaringen met onbegrip of flauwigheden te maken krijgen.
De helft van de ondervraagden heeft afgelopen jaar meegemaakt dat er vervelende grappen werden gemaakt. Ook kreeg de helft van de respondenten ongepaste vragen op zich afgevuurd en ook 50% maakte mee dat hetero mensen hun seksuele oriëntatie niet serieus namen. Niet serieus genomen in wie ze zijn maakten 30% mee in contact met homo mannen en lesbische vrouwen. Ook kregen bi+ mensen met allerlei vooroordelen te maken.
Hoewel dit klinkt als simpel dagelijks ongemak, heeft het wel degelijk een invloed op mensen met bi+ gevoelens en ervaringen. Dit onderzoek toont aan dat alle type ervaringen met de monoseksuele norm verband houden met een verminderde mentale gezondheid. Dit is een belangrijke en verstrekkende conclusie uit het onderzoek.
Acceptatie
Gebrek aan erkenning en zichtbaarheid van bi+ oriëntaties komt nog veel voor. Zo maakt 58% van de respondenten mee dat anderen denken dat hun seksuele oriëntatie niet bestaat, zou 70% graag willen dat hun seksuele oriëntatie zichtbaarder zou zijn en 83% zou willen dat hun seksuele oriëntatie serieuzer wordt genomen. Dit heeft gevolgen hoe mensen met hun bi+ oriëntatie omgaan. Zo vindt bijna de helft van de respondenten het niet makkelijk om over de eigen bi+ oriëntatie te praten. Mannen vinden dit vaak veel lastiger dan vrouwen en non-binaire mensen, maar zij worden wel weer sneller geloofd als ze vertellen over deze gevoelens en ervaringen.
Mannen lijken ook meer moeite te hebben dan vrouwen en non-binaire mensen om zichzelf als bi+ te accepteren. Ditzelfde gaat op voor mensen die vooral op het andere geslacht vallen, dus makkelijk als ‘hetero’ door het leven gaan. Dit duidt erop dat naast de monoseksuele norm voor mensen met bi+ gevoelens en ervaringen ook de hetero norm een flinke rol kan spelen in de ideeën die men over zichzelf heeft.
Gelukkig is er ook goed nieuws. Als mensen met bi+ gevoelens en ervaringen zich gesteund voelen in hun seksuele oriëntatie door vrienden, familie of partners dan laat dit onderzoek zien dat deze mensen lekkerder in hun vel zitten. Al laat niet onverlet dat 1 op de 5 mensen met bi+ gevoelens en ervaringen in een vaste relatie geen steun krijgt van hun partner.
Conclusie
Bi+ Nederland concludeert dat het verminderen van de monoseksuele norm en een inclusievere opvatting van seksuele diversiteit hard nodig zijn. Ongeveer 1 miljoen mensen in Nederland hebben bi+ gevoelens of ervaringen. Erkenning en zichtbaarheid van deze groep ontbreekt op veel manieren. Denk aan betere rechtsbescherming (bijvoorbeeld in de Grondwet, AWGB en Strafrecht), bi+ inclusiever onderwijs, seksuele vorming, emancipatie & gezondheidsbeleid en -onderzoek. Ook meer openlijke rolmodellen en media aandacht zijn belangrijk. Bi+ Nederland wil dat iedereen zichzelf kan zijn en niet meer de druk voelt om zich naar de 2 hokjes van hetero en homo/lesbisch te vormen.
Lees het volledige survey onderzoek hier
Over het Grote Bi+ Onderzoek
10 prominente onderzoekers op gebied van LHBTI+ onderwerpen doen in opdracht van Bi+ Nederland gezamenlijk onderzoek naar de levens van Nederlanders met bi+ gevoelens en ervaringen. Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief en een kwalitatief deel. Hier vind je de resultaten van het kwantitatieve onderzoek. De resultaten van het kwalitatieve onderzoek worden later dit jaar gepresenteerd.
Het Bi+ Onderzoeksconsortium bestaat uit:
Dr. Laura Baams – Rijksuniversiteit Groningen
Dr. Hanneke de Graaf – Rutgers
Dr. Diana van Bergen – Rijksuniversiteit Groningen
Dr. Marianne Cense – Rutgers
Dr. Emiel Maliepaard
Prof. Dr. Henny Bos – Universiteit van Amsterdam
Prof. Dr. John de Wit – Universiteit Utrecht
Prof. Dr. Kai Jonas – Maastricht University
Dr. Chantal den Daas – University of Aberdeen
Fayaaz Joemmanbaks, M.Sc. – Rutgers