Bi+ is de overkoepelende term voor alle mensen met een seksuele oriëntatie gericht op meer dan één gender. Met andere woorden, bi+ mensen vallen op meer dan één gender. Bi+ is dus breder dan biseksualiteit, omdat bi+ ook mensen omvat die zichzelf niet biseksueel noemen.

Sommige bi+ mensen noemen zichzelf bi, pan, queer of fluïde of gebruiken meerdere labels. Veel mensen benoemen hun bi+ oriëntatie niet, bijvoorbeeld omdat ze niet van hokjes houden.

Er zijn in Nederland ongeveer 1,7 miljoen mensen die zich aangetrokken voelen tot meer dan één gender (CBS, 2023). 

Bi+ is breder en inclusiever dan biseksualiteit, want onder bi+ vallen ook mensen die zich niet als biseksueel identificeren, maar bijvoorbeeld (ook) als panseksueel of queer. Ook kan biseksualiteit worden opgevat als een seksuele oriëntatie gericht op mannen en vrouwen. Bij bi+ wordt gender als een spectrum beschouwd, wat meer omvattend is dan alleen de categorieën mannen en vrouwen. Wanneer wordt gesproken over iedereen die op meer dan één gender valt, wordt daarom de parapluterm bi+ gebruikt. 

Biseksuele mensen zijn mensen die op mannen en vrouwen vallen, of op meer dan één gender. Panseksuele mensen zijn mensen die op mensen vallen, ongeacht gender of geslacht. Queer verwijst naar mensen die zich niet kunnen vinden in de gebruikelijke, vaststaande (binaire) kaders en hokjes voor gender en seksuele identiteit, of deze afwijzen.

Queer wordt ook weleens gebruikt als koepelterm voor de hele lhbtiqa+ gemeenschap. Belangrijk om hierbij te weten is dat niet iedereen voor labels dezelfde definitie gebruikt. Welk label iemand passend vindt voor zichzelf en wat dat voor hen betekent, is heel persoonlijk.

Ook zijn er veel bi+ mensen die hun seksuele oriëntatie niet labelen. 60% van de bi+ personen in Nederland noemt zich biseksueel. Queer en/of panseksueel worden elk door ongeveer 17% van de bi+ mensen gebruikt. 16% van de bi+ mensen labelt zichzelf niet (zie Niet in één hokje).

Bi+ Nederland zet zich in voor iedereen die op meer dan één gender valt, ongeacht het label dat ze wel of niet gebruiken. 

Je bent monoseksueel als je seksuele oriëntatie is gericht op één gender, bijvoorbeeld alleen op mannen of alleen op vrouwen. Monoseksuele mensen vallen op één gender. Lesbische, homoseksuele en heteroseksuele mensen zijn dus allemaal monoseksueel. Iedereen die niet monoseksueel is, is bi+. 

Monogamie gaat over relatiestructuur, terwijl monoseksualiteit gaat over op hoeveel genders je valt.

Non-monoseksueel betekent dat je op meer dan één gender valt. Bi+ mensen zijn dus non-monoseksueel. Lesbische, homoseksuele en heteroseksuele mensen vallen op één gender en zijn dus monoseksueel.

Monogaam is een gesloten romantische en/of seksuele relatie tussen twee personen. Non-monogamie treedt buiten de normen omtrent relaties. Voorbeelden van non-monogamie zijn polyamoureuze relaties en open relaties.

Non-monogamie en relatiediversiteit is niet een bi+ specifiek thema, want relatiediversiteit komt net zo goed voor onder monoseksuele mensen. Maar bi+ mensen krijgen wel veel vaker te maken met beeldvorming én vooroordelen over non-monogaam zijn.

Let erop dat je er niet vanuit gaat dat bi+ mensen allemaal non-monogaam zijn. 

Mensen kunnen zich romantische en/of seksueel aangetrokken voelen tot bepaalde genders. Romantische aantrekking gaat over op wie je verliefd wordt en/of met wie je een romantische relatie zou willen aangaan. Seksuele aantrekking gaat over tot wie jij je seksueel aangetrokken voelt.

Romantische en seksuele aantrekking kunnen samenvallen, maar dat is niet voor iedereen zo. Dit geldt bijvoorbeeld voor mensen die zich biromantisch noemen. Dit zijn mensen die romantisch op mannen en vrouwen vallen, of op meer dan één gender, en seksueel op één gender vallen of aseksueel zijn.   

Als je zoekende bent naar wat je seksuele oriëntatie is, kun je jezelf de volgende vragen stellen: Tot wie voel jij je aangetrokken? Met wie zie jij jezelf in een relatie? Van wie word je seksueel opgewonden? Als dit mensen van meer dan één gender zijn, dan val je waarschijnlijk onder de bi+ paraplu. Om te weten dat je bi+ bent, hoef je geen romantische en/of seksuele ervaring te hebben. Jouw seksuele oriëntatie is ook valide zonder ervaring met één of meerdere genders.   

Sommige mensen die nog zoekende zijn of willen ontdekken of ze bi+ zijn, noemen zichzelf bicurious/bischierig. Maar je hoeft geen label te kiezen als je dat niet wilt of nog niet weet welke bij je past/passen. Ook hoef je jouw seksuele oriëntatie niet met anderen te delen om valide te zijn. Als jij je romantisch en/of seksueel aangetrokken voelt tot mensen van meer dan één gender, is dat genoeg.  

Bi+ mensen gebruiken veel verschillende labels om hun seksuele oriëntatie te beschrijven. Ook gebruiken veel bi+ mensen meerdere labels of helemaal geen label. De keuze is helemaal aan jou. Je hoeft alleen één of meerdere labels te kiezen als jij je daar goed bij voelt. Hieronder vind je een aantal labels, en hun definities, die mensen gebruiken die op meer dan één gender vallen.

• Bi+: bi+ is de overkoepelende term voor alle mensen die op meer dan één gender vallen. Sommige mensen gebruiken bi+ alleen als parapluterm, anderen gebruiken het ook om hun eigen seksuele oriëntatie te benoemen. 
• Bi of biseksueel: mensen die op mannen en vrouwen vallen, of op meer dan één gender. 
• Pan of panseksueel: mensen die op mensen vallen, ongeacht gender of geslacht. 
• Queer: mensen die zich niet kunnen vinden in de gebruikelijke, vaststaande (binaire) kaders en hokjes voor gender en seksuele identiteit, of deze afwijzen. Sommige mensen gebruiken queer, omdat zij dit ervaren als een breder label met meer vrijheid. Queer wordt soms ook als synoniem voor lhbtiqa+ gebruikt. 
• Fluïde: mensen wiens seksuele oriëntatie verandert in de tijd en voor wie deze veranderingen een vaststaand gegeven zijn. 
• Heteroflex: mensen die zich vooral als hetero zien, maar zich soms seksueel en/of romantisch aangetrokken voelen tot hetzelfde gender. 
• Homoflex: mensen die zich vooral als homo zien, maar zich soms seksueel en/of romantisch aangetrokken voelen tot een ander gender. 
• Biromantisch: mensen die romantisch op mannen en vrouwen vallen, of op meer dan één gender. Seksueel vallen ze op één gender of zijn ze aseksueel.  
• Panromantisch: mensen die romantisch op mensen vallen, ongeacht gender of geslacht. Seksueel vallen ze op één gender of zijn ze aseksueel.  
• Bicurious/bischierig: mensen die zoekende zijn of ze bi+ zijn of die nieuwsgierig zijn om dat te ontdekken.

In Nederland zijn er 1,7 miljoen bi+ mensen, maakte het CBS in oktober 2024 bekend op basis van hun Veiligheidsmonitor (2024). Dat is ongeveer 11% van de bevolking (van 15 jaar en ouder). Dit aantal is gebaseerd op het aantal mensen in Nederland dat zich aangetrokken voelt tot meer dan één gender, niet het aantal dat zichzelf biseksueel, panseksueel of bi+ noemt (zie ook vraag 10).  

Niet iedereen die op meer dan één gender valt, en dus onder de bi+ paraplu valt, labelt zichzelf ook zo. In onderzoek is het daarom belangrijk om te vragen en analyseren naar aantrekking in plaats van zelfbenoeming om de hele bi+ gemeenschap in beeld te krijgen. Aan alle deelnemers van een onderzoek wordt dan gevraagd tot wie zij zich romantisch en/of seksueel aangetrokken voelen. Iedereen die niet heeft ingevuld dat ze alleen op mannen of alleen op vrouwen vallen of (bijna) geen aantrekking ervaren, valt onder de bi+ groep. Dit gaat bijvoorbeeld om de mensen die vooral op mannen/vrouwen vallen (maar ook op andere genders), mensen die evenveel op mannen en vrouwen vallen en mensen die op mensen vallen ongeacht gender. Dit is bijvoorbeeld gedaan in de Veiligheidsmonitor van het CBS (2024).  

Helaas gebeurt dit niet altijd en laten onderzoeken hierdoor verschillende cijfers zien over het aantal bi+ mensen in Nederland. Zo houden sommige onderzoeken een andere manier van categorisering aan, bijvoorbeeld door alleen mensen die zich evenveel tot mannen en vrouwen aangetrokken voelen tot de bi+ groep te rekenen. Hierdoor wordt een deel van de mensen die zich aangetrokken voelt tot meer dan één gender (bijvoorbeeld vooral tot mannen/vrouwen) onjuist gerekend tot de hetero, homo of lesbische groep. Ook vragen sommige onderzoeken alleen naar identiteit in plaats van aantrekking. Mensen die dan wel aantrekking ervaren tot meer dan één gender maar zich niet bi, pan of bi+ noemen worden dan onjuist gerekend tot de hetero, homo of lesbische groep. Aangezien veel bi+ mensen zich niet bi, pan of bi+ noemen, lijkt de bi+ groep veel kleiner in deze onderzoeken die identiteit gebruiken in plaats van aantrekking. 

Naast vraagstelling en categorisering kan het aantal en type mensen die een onderzoek bereikt ook invloed hebben op het aantal bi+ mensen dat uit de resultaten komt. Het CBS doet bijvoorbeeld grootschalig bevolkingsonderzoek en bereikt een grote en representatieve groep van de Nederlanders. Daarentegen bereikt Rutgers, expertisecentrum seksualiteit, een kleinere groep mensen en zullen bepaalde groepen terughoudend zijn om ervaringen op het gebied van seksualiteit te delen. Dit kan aantallen en percentages van deelnemers, waaronder bi+ mensen, in deze onderzoeken beïnvloeden. 

Seksuele oriëntatie bestaat uit romantische en/of seksuele aantrekking; romantisch en/of seksueel gedrag en identiteit. Voor sommige mensen vallen deze drie cirkels samen, maar voor veel bi+ mensen is dit niet het geval. Zo kan iemand vooral seks hebben met mannen, soms met een vrouw en zich homoseksueel noemen. Iemand kan zich bi noemen en alleen relaties hebben gehad met mannen. Jouw gedragen en (gebrek aan) romantische en/of seksuele ervaringen bepaalt dus niet hoe jij jezelf mag identificeren. Jouw seksuele oriëntatie is ook valide zonder ervaring te hebben met een bepaald gender of zonder überhaupt ervaring te hebben. 

Het is een onjuiste aanname dat bi+ mensen precies 50% op vrouwen en 50% op mannen vallen. Seksualiteit is fluïde en bi+ mensen kunnen (in periodes) meer een voorkeur hebben voor één gender. Voor de meerderheid van de bi+ mensen geldt dit. Je kan jezelf dus zeker bi+ noemen als jij je voornamelijk aangetrokken voelt tot één gender. 

Als je hebt ontdekt dat je bi+ bent, kan het moeilijk zijn om te bepalen wat je hiermee kan en/of wilt doen. Als je behoefte hebt om je seksuele oriëntatie met anderen te delen, kun je bijvoorbeeld beginnen met een gesprek met vrienden of familieleden die je vertrouwt. Het is belangrijk om te weten dat je niet uit de kast hoeft te komen. Het is aan jou om te bepalen óf en met wie jij je seksuele oriëntatie deelt. Veel bi+ mensen vinden het fijn om andere bi+ mensen op te zoeken, omdat je dan kan spreken met mensen die jou begrijpen (zie vraag 19 voor waar je bi+ mensen kan opzoeken).

Er zijn ook genoeg bi+ mensen die geen behoefte hebben om hun seksuele oriëntatie te delen en hier iets mee te doen, bijvoorbeeld omdat ze hun seksuele oriëntatie niet als identiteit zien of hun bi+ gevoelens weinig belangrijk vinden in hun dagelijks leven. Op welke manier jij invulling geeft aan je bi+ oriëntatie is helemaal aan jou.   

Wees open naar je partner wat er in je omgaat en laat je partner weten waar jij behoefte aan hebt. Leg bijvoorbeeld aan je partner voor dat je graag naar activiteiten omtrent bi+ zijn wilt gaan om andere bi+ mensen te ontmoeten. Of vraag hoe jouw partner denkt over het hebben van een open relatie, als jij hier behoefte aan hebt.  

Hoe jij liefde, lust, relaties en verlangens wilt inrichten als bi+ persoon is volledig aan jou.

Bi+ mensen hebben relaties in allerlei vormen. Ongeveer twee derde van de bi+ mensen in Nederland heeft een monogame relatie, 10% heeft een open relatie en 6% heeft een polyamoureuze relatie (Baams et al., 2021). Een monogame relatie is een gesloten romantische en/of seksuele relatie tussen twee personen. Polyamoureuze en open relaties zijn voorbeelden van non-monogame relaties.

Non-monogamie en relatiediversiteit is niet een bi+ specifiek thema. Net zoals bij lesbische, homo en hetero mensen hebben sommige bi+ mensen meerdere partners, anderen zijn monogaam. Wel krijgen bi+ mensen vaker te maken met beeldvorming én vooroordelen over non-monogaam zijn. 

Wanneer anderen jouw bi+ zijn ontkennen, heet dit binegativiteit of bi+ fobie. Bi+ fobie kenmerkt zich door onjuiste en ongepaste stereotypen over bi+ mensen, waardoor hun houding tegenover bi+ bevooroordeeld en negatief kan zijn.

Een groot onderdeel van ervaren bi+ fobie is dat bi+ mensen niet worden geloofd en bi+ niet serieus wordt genomen als valide en volwaardige seksuele oriëntatie. Vaak komt dit voort uit onwetendheid. Het kan daarom soms helpen om aan je omgeving uit te leggen dat bi+ een valide, en voor veel mensen ook een lange termijn seksuele oriëntatie is. Sommige mensen ervaren hun seksuele oriëntatie als fluïde, anderen niet. Sommige bi+ mensen gebruiken verschillende labels door de tijd heen of tegelijkertijd. In iemands leven kan een bi+ oriëntatie een fase zijn, net zoals een hetero, homo of lesbische oriëntatie een fase kan zijn. Het wegzetten van bi+ mensen als twijfelaars en besluiteloze mensen is niet respectvol en getuigt van monoseksueel denken. Deze uitspraken gaan ervan uit dat mensen moeten en ook kunnen kiezen om op één gender te vallen.   

Helaas staat niet iedereen ervoor open om te leren over bi+ zijn. Soms kan het daarom helpen om contact te limiteren of bij mensen met wie je vaak te maken hebt, zoals collega’s of familieleden, bepaalde onderwerpen te vermijden. Probeer jezelf te omringen met mensen die jouw bi+ zijn wel omarmen.  

Bi+ mensen vormen de grootste groep binnen de lhbtiqa+ gemeenschap. Toch is de aandacht voor en zichtbaarheid van bi+ veel kleiner dan bijvoorbeeld homoseksualiteit. Dat is niet omdat bi+ mensen zelf liever onzichtbaar willen blijven, maar omdat bi+ oriëntaties onzichtbaar worden gemaakt of gehouden. Dit heet bi+ uitwissing (erasure). Dit komt doordat er in de samenleving doorgaans sprake is van hetero/homo denken, waarbij monoseksualiteit, ofwel een seksuele oriëntatie gericht op één gender, de norm is. Dit heet de monoseksuele norm. Hierdoor worden bi+ oriëntaties ontkend, niet serieus genomen en onzichtbaar gehouden.

Een bekend voorbeeld is de aanname dat een vrouw die eerst een relatie had met een man en daarna met een vrouw van een heteroseksuele oriëntatie naar een lesbische oriëntatie is veranderd, terwijl ze net zo goed altijd bi+ kan zijn geweest (Maliepaard, 2018; Van Lisdonk, 2017). Bi+ uitwissing vergroot niet alleen de onzichtbaarheid van bi+ mensen in het dagelijks leven, maar ook de maatschappelijke onzichtbaarheid van deze groep. Bi+ mensen zien zichzelf weinig gerepresenteerd in (sociale) media, verhalen, beleid, onderzoek en politiek. Hierdoor kan het voor mensen met bi+ gevoelens en ervaringen moeilijker zijn om open en zichtbaar te zijn, wat ertoe leidt dat ze incorrect worden gezien als heteroseksueel, lesbisch of homoseksueel. Zo is er sprake van een vicieuze cirkel (Maliepaard, 2018; Van Lisdonk, 2017).   

Onderzoek laat zien dat bi+ mensen inderdaad minder vaak open zijn over hun seksuele oriëntatie dan homoseksuele en lesbische mensen. Zo is 50% van de biseksuele mannen en 14% van de biseksuele vrouwen naar niemand open, tegenover 3% van de homoseksuele mannen en 2% van de lesbische vrouwen (Van Lisdonk & Kooiman, 2012).

Er zijn verschillende redenen waarom bi+ mensen minder open zijn over hun seksuele oriëntatie dan homoseksuele en lesbische mensen. Sommige bi+ mensen vinden het niet relevant om over hun oriëntatie te praten, bijvoorbeeld omdat ze hun seksuele oriëntatie niet als identiteit zien of hun bi+ gevoelens weinig belangrijk vinden in hun dagelijks leven. Andere bi+ mensen verbergen hun oriëntatie omdat ze weinig ruimte voelen om open te zijn en negatieve reacties uit de omgeving willen voorkomen (Maliepaard, 2017).  

Uit de Veiligheidsmonitor van het CBS (2024) blijkt dat van de Nederlandse bevolking (van 15 jaar en ouder) 6% bi+ vrouw is en 5% bi+ man. Er is dus geen groot verschil in het aantal bi+ vrouwen en mannen, alleen zijn bi+ mannen over het algemeen veel minder open over hun seksuele oriëntatie. Uit onderzoek van Rutgers (2024) blijkt dat 4% van de vrouwen en 2% van de mannen zich biseksueel noemen. Van de bi+ mannen is de helft naar niemand open over hun seksuele oriëntatie. Bij bi+ vrouwen is dit 14% (Van Lisdonk & Kooiman, 2012). Dat bi+ mannen minder open zijn over hun seksuele oriëntatie komt mogelijk doordat zij meer intern stigma ervaren (Baams et al., 2021).   

Bi+ mensen vinden het vaak moeilijk om elkaar te vinden. Gelukkig zijn er steeds meer plekken en activiteiten speciaal voor bi+ mensen om samen te komen.

Zo zijn er in verschillende steden in Nederland Bi+ Cafés, bijvoorbeeld in Zwolle, Nijmegen en Leiden. In Den Haag vind je Queer aan Zee, met bi+ inclusieve activiteiten. Hier komen lhbtiqa+ en/of bi+ mensen eens in de maand of eens in de paar maanden samen voor een borrel en goed gesprek.

Daarnaast organiseert Bi+ Nederland geregeld fysieke en online bijeenkomsten, waaronder de Bi+ Dag en de Bi+ Online Meetup! Alle activiteiten van Bi+ Nederland zijn te vinden in de agenda.

Ook op onze Instagram en Facebook houden wij je op de hoogte. Op Facebook is ook een besloten ‘bi+ groep’ te vinden, waar je online met andere bi+ mensen in gesprek kan komen en vragen kan stellen.  Speciaal voor bi+ jongeren tot 30 jaar is er de jongerentak Bi+ Jong!, te volgen via @biplusjong op Instagram. 

De volgende organisaties zijn niet specifiek bi+, maar hier kan je wel andere lhbtiqa+ mensen ontmoeten: Jong&Out, Grown Up Queers en Roze50+ van COC Nederland; Transvisie; Klup Kweer en meer.